AMSTERDAM – Zojuist werd in Amsterdam de vergadering afgesloten van de internationale Workflow Management Coalition. Deze coalitie is opgericht door leveranciers en – in mindere mate – gebruikers met als doel het standaardiseren van interfaces in de software voor werkstroombeheer.
De coalitie, die sinds 1993 bestaat, heeft een referentie-model bedacht waarin vijf interfaces behandeld worden. Overdracht van procesdefinities (interface 1); koppeling naar het individu (2); koppeling naar de verticale applicatie (3); interoperability tussen verschillende workflow-engines (4); en uitwisseling van gegevens voor systeembeheer (5).
Sinds de oprichting is er gestaag gewerkt aan de bouw van de verschillende interfaces. Zo werd er in februari van dit jaar een eerste versie van interface 2 (de plaats waar het elektronische postvakje, de worklist, en het elektronisch werkblad van de gebruiker met de workflow verbonden wordt) vrijgegeven.
Een nieuwe, verbeterde versie van deze interface zal in het eerste kwartaal van 1997 gepubliceerd worden. Deze interface moet ondermeer voorzien zijn van belangrijke uitbreidingen als communicatie via Internet en communicatie voor mobiele gebruikers.
In februari van het volgende jaar wil de coalitie een voorlopige versie van interface 1 uitgeven. Het is de bedoeling dat er commentaar op deze versie geleverd wordt, opdat eventuele verbeteringen in de finale versie zijn te integreren.
Onderling geen communicatie
Een punt waar de Wfmc tot nu toe niet veel aandacht aan heeft besteed, is interface 3. Deze vormt de koppeling met bestaande systemen. Daar de alliantie voornamelijk bestaat uit leveranciers, is dit wel voor te stellen. Immers, het belang van producenten om een koppeling met bestaande systemen van concurrenten te maken, is niet erg groot.
De Wfmc bestaat echter niet alleen uit leveranciers. Fred van Leeuwen van adviesbureau DCE Nederland stelde tijdens de vergadering dat er toch eens werk gemaakt moest worden van deze interface. Het leek alsof de rest van de vergadering hiertoe genegen was. Concrete beslissingen werden er deze vergadering echter nog niet genomen.
Een voor de betrokkenen belangrijke aankondiging tijdens de vergadering was het beschikbaar komen van The Workflow Handbook 1997. Dit handboek wordt opgebouwd uit een aantal door leden geschreven artikelen betreffende standaardisatie. Tevens worden een woordenlijst, een referentiemodel en een volledige uitleg van de verschillende interfaces in dit boek gepubliceerd. Het feit dat het handboek de toevoeging ‘1997’ heeft, doet vermoeden dat de coalitie met dit handboek een jaarboek heeft samengesteld, dat elk jaar een update krijgt.
Hoop op erkenning
Ander belangrijk nieuws is het feit dat er van 19 tot 22 november volgend jaar door de International Organisation of Standardization (Iso) gesproken wordt over de groupware-standaarden die de Wfmc heeft opgesteld. Dit is een serieuze erkenning voor de coalitie, immers, de Wfmc is een club van producenten en heeft in standaardisatie-land formeel geen enkele status. De Iso zou hierin een verandering kunnen brengen.
Dr. Raul Medina-Mora, voorzitter van één van de werkgroepen, reageert op dit initiatief: "Adoptie van onze standaarden door de Iso zou een geweldige erkenning betekenen voor ons werk. Ook wordt de verdere ontwikkeling van deze standaarden door de erkenning een stuk eenvoudiger."
Erkenning door Iso is ook belangrijk als steun in de rug bij het vele evangelisatiewerk dat door de coalitie verricht wordt. Vooral demonstraties moeten potentiële gebruikers ervan overtuigen dat de inspanningen van de alliantie niet voor niets zijn. Daags voor de vergadering werd dan ook een demonstratie gegeven van de werkzaamheid van interface 4 voor het onderling koppelen van verschillende workflow engines.
Boodschappen oversturen
Hoewel het overzenden van elektronische post – want dat gebeurde er tijdens de demonstratie, er werden geen daadwerkelijk transacties verzonden – niet helemaal vlekkeloos ging, was het duidelijk dat er al veel is bereikt. Mike Anderson, de techneut die het scenario in elkaar zette, reageerde als volgt: "Het is waar dat de demo niet echt van een leien dakje ging, maar daar is het een demonstratie voor. Belangrijker was het feit dat de leveranciers er duidelijk bij betrokken zijn."
Concluderend is te stellen dat de Wfmc in de afgelopen drie jaar vanuit het niets een brede workflow-standaard heeft ontworpen. Deze drang werd niet opgelegd door bestaande standaardorganisaties, de belangrijkste drijfveer was een commerciële. Standaardisatie in een niche-wereld als workflow-beheer is immers een must voor alle leveranciers om te kunnen overleven. Corr.