AMSTERDAM – De energiebedrijven en de Nederlandse Spoorwegen worden de landelijke concurrenten van PTT Telecom. Minister Jorritsma nam de beslissing over de toewijzing van de licenties veel eerder dan verwacht; ze had eerder gezegd pas eind januari 1997 een besluit te zullen nemen.
Het hele proces werd echter aanzienlijk versneld, doordat het Ministerie van Verkeer en Waterstaat oordeelde dat Global One, een alliantie van France Télécom, Deutsche Telekom en het Amerikaanse Sprint, niet voldoet aan een van de wettelijke minimumeisen. De Nederlandse BV, een dochter van de internationale combinatie Global One Communications, zou niet beschikken over voldoende eigen vermogen. Dat het hoofdkantoor in Brussel aangaf dat die voorwaarde van 20 procent eigen vermogen geen probleem zou vormen, mocht niet baten. Het onaangenaam verraste Global One gaat nu uitzoeken of er nog iets aan de beslissing te doen is.
Aanvankelijk was het in Nederland de bedoeling slechts één concurrent voor het vaste net van PTT Telecom toe te laten. Toen de samenwerking tussen de Nederlandse Spoorwegen en Enertel spaak liep en beide partijen zelfstandig een landelijke vergunning vroegen, stelde Jorritsma er twee beschikbaar. Begin september meldde Global One zich ook nog aan en leek het er even op dat een lange selectieprocedure zou volgen.
De nieuwe concurrenten van de PTT mogen hun netwerken aanbieden voor diensten als datacommunicatie, Internet en teleshoppen. Pas vanaf 1 juli volgend jaar, als de telecommunicatiemarkt daadwerkelijk geliberaliseerd wordt, kunnen Enertel en Telfort ook openbare spraaktelefonie gaan aanbieden. Het ministerie stelt ook regionale telecom-licenties beschikbaar. De eerste is op 7 oktober verleend aan Castel, een partner van Enertel. Er zijn al meer dan 1200 aanvragen ingediend voor het aanbieden van regionale telecomdiensten. YG