"Zonder IT geen omzet. Zo eenvoudig is het", zegt Jaap Stavast, manager Produktie & Innovatie bij de Stichting de Nationale Sporttotalisator. Het opzetten van een moderne IT-infrastructuur heeft de organisatie, beter bekend als De Lotto, in staat gesteld nieuwe kansspelen te introduceren. Daardoor is de omzet, die enkele jaren een neerwaartse trend te zien gaf, weer fors gestegen.
Stichting de Nationale Sporttotalisator (SNS), bekend van onder andere De Lotto, Toto, Lucky 10 en de Krasloterij, zette in 1995 meer dan 432 miljoen gulden om. Er werd ruim 208 miljoen gulden aan prijzengeld uitgekeerd. Na aftrek van de kosten, bleef ruim 100 miljoen gulden over om te verdelen onder sportclubs en sociale en culturele instellingen.
Op zaterdag 19 oktober beleefde de Nederlandse kansspelwereld een historisch hoogtepunt. De hoofdprijs van de Lotto bedroeg toen 10 miljoen gulden. Het hoogste bedrag dat sinds de eerste trekking op 1 september 1974 te winnen viel. Een paar dagen eerder zat al een bedrag van 8,7 miljoen in de pot. Dat bleef toen staan, omdat niemand de goede getallen op het lottoformulier had aangekruist. Vanaf dat moment liep de spanning op. Gelokt door een intensieve reclamecampagne, besloten meer en meer mensen een lottoformulier in te vullen. Je zou toch eens ….. De computers en het datacommunicatienetwerk van De Lotto hadden dan ook heel wat te verwerken. Op de dag dat er 8,7 miljoen gulden te verdienen viel, verwerkte het systeem rond de klok van drie uur in de middag 265 lottoformulieren per minuut. In diezelfde minuut werden ook nog 8 Toto-, 73 Lucky 10- en 75 Toto Select-formulieren verwerkt, terwijl er 134 prijzen, waarvan 82 uit de Krasloterij, werden geadministreerd.
Ajax-Glasgow Rangers
Stavast tovert de gegevens moeiteloos op zijn scherm. Ze komen realtime uit de produktiedatabases. Met het intoetsen van wat letters – het enige bewijs dat hier sprake is van een karaktergeoriënteerde applicatie – toont Stavast een scherm waarop gedetailleerde informatie, ook weer realtime, staat van een verkoopkantoor. Op die manier kunnen alle 2900 verkooppunten, waaronder zich sigarenzaken, drogisterijen en videotheken bevonden, worden bekeken.
"Laten we eens zien hoe de Nederlanders denken over de uitslag van de voetbalwedstrijd tussen Ajax en Glasgow Rangers. Kijk, de meesten denken dat het 2-0 voor Ajax wordt. Voor elke gulden die iemand op deze uitslag heeft ingezet, krijgt hij 6,60 uitgekeerd. Weinig mensen zetten in op 1-6 in het nadeel van Ajax. Degene die daarop speelt, krijgt 359 keer zijn inzet terug", aldus Stavast, die erkent dat het leuk is om die informatie te hebben, maar zich aan de andere kant ook realiseert dat met die gegevens weinig kan worden gedaan. Maar goed, deze faciliteit is nu eenmaal bij het pakket meegeleverd. Overigens hebben degenen die een 4-1 winst voor Ajax hebben voorspeld, voor elke ingezette gulden 19,39 gulden uitgekeerd gekregen.
Grootste particuliere netwerk
De Lotto werkt sinds 1992 met de huidige infrastructuur, die vooral indrukwekkend is vanwege de omvang. Met 3300 huurlijnen bezit De Lotto het grootste particuliere netwerk. De beveiliging van het gehele netwerk is onderzocht door externe deskundigen. Zij kwamen tot de conclusie dat zowel inbraak als in- en externe malversaties met de gegevens onmogelijk zijn. "Het zal je toch gebeuren dat iemand zich voor een hoofdprijs meldt, terwijl het systeem de winnende getallen aan een ander toekent, omdat een transactie is verdwenen of verminkt", gruwt Stavast.
In den lande zijn zo’n 2900 winkeliers die een terminal op de toonbank hebben staan. Deze terminals zijn via multipoint-huurlijnen gekoppeld aan een front end-processor. Daarvan staan er zeventien verspreid in Nederland. Vanuit de front end-processoren gaan de gegevens het datanet op naar het rekencentrum in Den Haag. "We hebben drie Datanet-aansluitingen, die elk op zich voldoende capaciteit hebben om de data te transporteren", aldus Stavast. In het rekencentrum staan twee Digital 6500-computers die de binnenkomende gegevens in totaal zes keer registreren. Via een 2 Mb-verbinding worden de transacties ook op een computer in Leusden geregistreerd. "Ook Leusden is aangesloten op het Datanet. Wanneer alle drie de verbindingen naar Den Haag mochten uitvallen, dan worden de transacties van de front end-processoren automatisch naar Leusden gedirigeerd. Op die manier hebben we een optimale zekerheid dat de Lotto en de overige kansspelen die we organiseren kunnen doorgaan", luidt de stelling van Stavast.
Mengvorm
"Toen we ons in het begin van de jaren negentig over de implementatie van een nieuwe infrastructuur gingen buigen, was ons idee, in verband met de veiligheid, de hostcomputers actie te laten ondernemen om de transacties bij de terminals op te halen. Het probleem was alleen, dat een dergelijke oplossing veel te duur zou zijn. Dat geldt zowel voor een infrastructuur waarbij je gebruik maakt van uitsluitend huurlijnen als voor een situatie waarin je alle transacties via het Datanet laat lopen. Vandaar dat we voor een mengvorm hebben gekozen: die front end-processoren vragen via huurlijnen de gegevens op bij de terminals, ‘pollen’ deze en sturen ze door via het Datanet naar de host", aldus Stavast. Overigens blijkt uit het Jaarverslag dat De Lotto een goede klant is van PTT Telecom. Van de 9,5 miljoen gulden die in 1995 aan netwerkkosten werd uitgegeven, ontving PTT Telecom 6,8 miljoen gulden.
In 3,5 seconden
De Lotto is een spel dat 60 keer per jaar kan worden gespeeld. Iemand die wil meedoen, stapt bij een Lottowinkelier binnen en kruist op een formulier een aantal getallen aan. Dit formulier wordt door een terminal gescanned en de gegevens worden doorgestuurd naar de hostcomputer in Den Haag. De host zendt informatie terug naar de desbetreffende terminal, die de gegevens vervolgens op een deelnamebewijs print. Dit hele proces duurt 3,5 seconden. Wanneer iemand een prijs heeft gewonnen – daarvoor moeten minimaal drie van de zes aangekruiste lottogetallen goed zijn – gaat hij terug naar de Lottowinkelier. Daar worden de gegevens op het deelnamebewijs via de terminal door de hostcomputer geverifieerd, waarna een prijsbewijs wordt uitgeprint. Ook dit proces duurt 3,5 seconden. De winkelier mag een prijs tot 500 gulden gelijk uitbetalen. Voor een hoger bedrag loopt de prijswinnaar naar een filiaal van de ABN-Amro, waar hem het geld tegen inlevering van het prijsbewijs wordt uitgekeerd.
"De Lotto is een van de negen kansspel-produkten die we bieden. Daarnaast hebben we ondermeer de voetbaltoto, Lucky 10 en, sinds mei 1994, de Krasloterij. Dat laatste spel is overigens in een aparte stichting ondergebracht: de Nationale Instant-Loterij (NIL), waarin ook de Algemene Loterij Nederland (ALN) participeert. We hebben er in ons rekencentrum ook twee aparte computers voor staan", zegt Stavast.
IT absolute noodzaak
Pas op het moment dat De Lotto de nieuwe infrastructuur operationeel had, kon gedacht worden aan de ontwikkeling van nieuwe produkten. "Daaruit kun je opmaken dat IT voor ons niet alleen van absoluut belang is, maar ook één van de belangrijkste kritische succesfactoren is. Je ziet het ook aan de ontwikkeling van de stichting, die in 1960 is opgericht. In eerste instantie organiseerden we alleen de voetbaltoto. De formulieren werden verzameld door de sportverenigingen en naar ons opgestuurd. Elke zaterdag kwamen een half miljoen formulieren binnen, die met optische leesmachines werden ingevoerd. Er liepen dan wel vijftig werkstudenten rond die de onleesbare papieren moesten verwerken. In 1974 werd, na een wijziging van de Wet op de Kansspelen, de Lotto geïntroduceerd. Ook hier vond nog voornamelijk een handmatige verwerking plaats", aldus Stavast.
Teruglopende omzet
Kansspelen kennen volgens Stavast geen autonome groei. Alleen nieuwe spelletjes kunnen Nederlanders aanzetten om extra geld uit te geven. Hoewel in de jaren tachtig wel wat vernieuwingen in de bestaande produkten werden doorgevoerd, zag De Lotto de omzet langzamerhand teruglopen. Die vernieuwingen, zoals Abonnee-Lotto, waren meer ‘variaties op een bekend thema’ die nauwelijks zoden aan de dijk zetten. Bovendien nam de concurrentie van andere instellingen, zoals de Staatsloterij en de Algemene Loterij Nederland, toe. Het teruglopen van de omzet had consequenties voor al die instellingen die geld van SNS ontvangen. De opbrengsten van de kansspelen die SNS organiseert gaan immers naar zowel sportorganisaties als naar sociale en culturele instellingen. Grofweg wordt 50 procent van de omzet aan prijzengeld uitgekeerd. De andere helft gaat, na aftrek van de kosten, naar goede doelen. Zo ging in 1995 ruim 70 miljoen gulden naar de sportsector en bijna 15 miljoen naar Cultuur, Maatschappelijk Welzijn en Volksgezondheid.
Snelle start
Om de daling in de inkomsten te stoppen was een wijziging op de Wet op de Kansspelen nodig en waren nieuwe distributiekanalen nodig om nieuwe kansspelen te introduceren. Toen aan beide voorwaarden was voldaan – dat gebeurde uiteindelijk in 1992 – en nieuwe spelletjes konden worden ontwikkeld, steeg de omzet van De Lotto aanzienlijk. De Krasloterij, om een voorbeeld te noemen, genereerde in het eerste jaar dat het kon worden gespeeld, een omzet van 210 miljoen gulden. De eerste tranche van 32 miljoen loten was in mei 1994 binnen enkele weken uitverkocht. Hetzelfde gold voor de tweede tranche van 52 miljoen Krasloten. "Vanaf 1986, het moment dat de lobby startte om de Wet op de Kansspelen te verruimen teneinde nieuwe spelletjes te introduceren, zijn we ook gaan onderzoeken hoe de automatisering ons daarbij zou kunnen helpen. Toen het er in 1992 eindelijk naar uitzag dat de politiek de wet zou gaan aanpassen, konden wij snel starten met de aanleg van een nieuw distributienetwerk. We hadden immers meer dan vijf jaar de tijd gehad om daarvoor plannen te ontwikkelen", aldus Stavast.
Integrale levering
Er zijn niet veel aanbieders die pakketten leveren voor organisaties zoals De Lotto. Volgens Stavast zijn er slechts vier tot vijf serieuze leveranciers. In Nederland is er niet een. Misschien had Volmac zich ooit in die richting kunnen ontwikkelen. Het verhaal gaat dat de oprichters het idee hadden om speciale software te gaan schrijven voor het berekenen van kansspelen, wanneer de oorspronkelijke plannen zouden mislukken. "Toen het er in het begin van de jaren negentig naar uitzag dat de Wet op de Kansspelen zou worden aangepast, hebben we bij de verschillende aanbieders een offerte aangevraagd. Het Amerikaanse bedrijf G-tech heeft de opdracht gekregen. Onder andere omdat zij gebruik maken van ‘proven technology’, de prijs/kwaliteit-verhouding en de enthousiaste verhalen van andere gebruikers. Wat ook een belangrijke rol speelde was de ondersteuning die het bedrijf kon en wilde bieden vanuit het Europese hoofdkantoor in Brussel. Daarnaast biedt G-tech een compleet en integraal systeem: zowel de hard- als de software. We hadden een integrale levering niet als voorwaarde in ons programma van eisen opgenomen, maar er wel een duidelijke voorkeur voor uitgesproken", aldus Stavast die zich tevreden toont over de prestaties van het totale systeem.
Omzetafhankelijk
Sinds 1992 is het G-tech systeem slechts een uur ‘downtime’ geweest. Dat kwam niet eens door het systeem zelf, maar doordat de UPS, die de stroomvoorziening constant op 220 volt houdt, het begaf. Nu moet worden gezegd, dat G-tech alle reden had om een perfect werkende oplossing aan te bieden en al het mogelijke te doen om het systeem optimaal te houden: "We leasen alles. Niet alleen de hard- en software, maar ook alle ondersteunende werkzaamheden, zoals software-aanpassingen. De hoogte van het bedrag dat wij jaarlijks betalen aan G-tech is afhankelijk van onze omzet. En bij ons is het heel simpel: als het systeem uit de lucht is, dan kan niemand inzetten en hebben we dus geen inkomsten. De leverancier heeft er dus zelf een direct belang bij dat zijn spullen goed draaien", aldus Stavast. Uit het jaarverslag over 1995 blijkt dat G-tech dat jaar 10,2 miljoen gulden overgemaakt heeft gekregen. In de wereld van de kansspelen, is het misschien een voor de hand liggende constructie. Maar ook in andere branches zou een dergelijke contractvorm wellicht de moeite van het overwegen waard zijn, meent Stavast.
Cok de Zwart, freelance medewerker Computable.