AMSTERDAM – In het eerste kwartaal van 1997 start AT&T de verovering van de Europese Internet-markt, te beginnen in Engeland.
Het bedrijf richt zich met ‘Worldnet’, een Internet-dienst die gegarandeerde bandbreedte biedt over huurlijnen, op grote internationale ondernemingen. In de maanden daarna moet de dienst in heel Europa beschikbaar komen met de hulp van partner Unisource. De Britse introductie gaat van start met een bèta-test bij enkele bedrijven. Daarna wordt de dienst uitgebreid met een dial up-variant voor kleine ondernemingen en particulieren. Ook in de rest van Europa wordt de dienst eerst in bèta-test geprobeerd, aanvankelijk in vier tot zes landen, waaronder – hoogstwaarschijnlijk – Nederland. Het netwerkmanagementcentrum in Amsterdam, een erfenis van NCR, zal een belangrijke rol gaan spelen in de Europese netwerkarchitectuur voor Worldnet.
In Amerika is Worldnet pas in februari van dit jaar begonnen, maar nu al is AT&T de op één na grootste provider met meer dan 400.000 privé- en 1000 zakelijke gebruikers. Analisten voorspellen dat in Europa vooral internationale bedrijven geïnteresseerd zijn in de nieuwe dienst, omdat zij dan niet te maken hebben met de lappendeken van lokale Internet-aanbieders in Europa.
AT&T lijkt daarom een speler om rekening mee te houden. Toch kan het telecombedrijf het volgens de analisten nog moeilijk krijgen in Engeland. Uunet Pipex, een onderdeel van Worldcom pocht namelijk dat ze al bijna de helft van de Britse bedrijven in de top-100 als klant heeft. Ook British Telecom (BT) heeft een succesvolle Internet-dienst speciaal voor bedrijven, Btnet. AT&T wil met deze bedrijven concurreren op zijn reputatie voor kwaliteit en klantgerichtheid. Geïnteresseerden hoeven dus niet te rekenen op fors lagere tarieven. Verder gaat AT&T zich richten op de markt voor intranetten en werkt het samen met creditcard-maatschappijen om een betalingssysteem voor Internet te verwezenlijken.
Marketing-oorlog
Het is echter maar zeer de vraag of al deze plannen werkelijkheid worden, want zo goed gaat het niet met de Amerikaanse telecom-gigant. Vorige week veroorzaakte AT&T voor de tweede keer in twee maanden een schok op de beurs, toen de aandelen in één ochtend bijna 10 procent in waarde daalden. Dit gebeurde nadat bekend gemaakt werd dat de inkomsten dit jaar waarschijnlijk 10 procent gaan achterblijven bij wat de beurs verwacht had. Oorzaak is de marketing-oorlog op het gebied van lange-afstandtelefonie die op dit moment in Amerika woedt. AT&T’s klanten lopen over naar concurrenten als MCI en Sprint. Hun aandelen behouden hun waarde, terwijl die van AT&T sinds het begin van dit jaar 20 procent verloren hebben. Het bedrijf hoopt nu klanten terug te winnen met een eenheidstarief. Ook het vertrek vorige maand van Alex Mandl, die Robert Allen zou opvolgen als voorzitter van de raad van bestuur, kan er op wijzen dat AT&T dieper in de problemen zit dan het zelf wil toegeven. YG