Na 1,5 jaar onderhandelen zijn de vakbonden en de werkgeversvereniging Vifka er niet in geslaagd een cao voor de hele bedrijfstak automatisering af te sluiten. De opzet om de hele ICK-sector (informatie-, communicatie- en kantoortechnologie) daaronder te laten vallen moet als mislukt worden beschouwd.
In april 1995 werd een principe-akkoord bereikt over een nieuwe cao. Daaronder vielen 20.000 werknemers, voornamelijk in de hardware-sector. Het streven was de werkingssfeer uit te breiden tot alle 80.000 werknemers in de automatiseringssector. De bonden probeerden in de slecht georganiseerde automatiseringsbranche voet aan de grond te krijgen door een ‘gelaagde’ raam-cao voor te stellen. Algemene richtlijnen zouden zich beperken tot hoofdpunten als werktijden. Maar de werkgevers weigerden centrale afspraken te maken over zaken als overwerk en arbeidsduurverkorting. Ze voelden niets voor het door de bonden gewenste ‘flexibele systeem’ waarbij werknemers zelf een keuze kunnen maken tussen vrije tijd, extra beloning of hogere pensioenaanspraken.
De bonden betoonden zich teleurgesteld over het fiasco, temeer daar ze bereid waren de werkgevers tegemoet te komen op punten als langere werkdagen (mits gecompenseerd) en werken op zaterdag. Ook ten aanzien van de lonen hoeft er geen strak keurslijf te komen.