Een karakteristiek van de IT-industrie is het patroon waarin de aanbodzijde zich ontwikkelt. Aanvankelijk zijn er wat primitieve produkten en een paar gereedschapjes, gecombineerd met een heleboel zelfgemaakte software. Deze software wordt niet gestructureerd ontwikkeld en standaarden ontbreken.
Als een technologie of architectuur start en de eerste proefkonijnen bemoedigende geluiden gaan maken, ziet een reeks van bedrijven, variërend van gevestigde leveranciers tot ondernemingen vanuit eindgebruikersafdelingen, opeens grote kansen; ze willen allemaal de volgende Oracle of Microsoft zijn. Soms zien universitaire onderzoekers ook een kans om hun werk in produkten om te zetten, en omdat hun initiële overhead laag is, kunnen ze gemakkelijk risicodragend kapitaal aantrekken.
Het netto-effect is chaos. Er ontstaat een te groot aanbod; soms concurreren wel tien produkten op hetzelfde marktsegmentje. Dit heeft twee gevolgen. Ten eerste zullen de meeste niet overleven. De marktomvang is niet groot genoeg om met een klein aandeel winstgevend te zijn. Ten tweede ontstaat een aanzienlijke overlapping in functionaliteit, doordat standaarden en strikte specificaties ontbreken.
Het eerste probleem is nogal ernstig; het is moeilijk om de continuïteit te waarborgen van een produkt, hoe goed ook, waarvan de leverancier bankroet is. Erger nog is dat de overwinnaars vaak de leveranciers met de grootste marketing-budgetten zijn, maar dat die zelden het beste produkt leveren. De ervaring heeft IBM en Microsoft geleerd dat een middelmatig beginprodukt op termijn zeker leidt tot de verkoop van een upgrade; er is geen motivatie om direct een goed produkt te verkopen. Starters hebben meer ambities, maar beschikken niet over de vereiste geloofwaardigheid. Dat laatste gaat niet altijd op, getuige het succes van Netscape in de Internet-arena, maar wel vaak.
Het tweede probleem, gebrek aan standaarden en daardoor overlapping van functionaliteit, is net zo irritant. Een gegevenspakhuis moet voorzien zijn van een database, kopiebeheer, faciliteiten voor het opschonen van gegevens, een metadatabase en een heleboel tools voor de eindgebruiker hebben. Software-ontwikkeling vereist ontwerp-, programmeer- en test-tools, codebeheer enzovoort. De kans is klein dat één leverancier alle componenten voor een complex systeem kan leveren. Bedenk hoelang IBM geprobeerd heeft standaard mainframesoftware te leveren, en hoe groot de markt voor alternatieve produkten van derden nu is.
Mainframesoftware is inmiddels volwassen en IBM-produkten domineren. De huidige third-party software is opgebouwd rond die IBM-hoeksteen; het gaat meer om toegevoegde dan om alternatieve produkten. Dit geldt niet voor nieuwere concepten, met name datawarehousing, applicatie- en gegevensontwerp, applicatie-ontwikkeling, groupware en werkstroom. In de praktijk werkt het combineren van krachten, een volledig systeem creëren met een selectie van de beste componenten, dáár niet, omdat er zoveel overlapping in functionaliteit is.
Na de eerste fase van enthousiasme en opportunisme, waardoor het aanbod te groot wordt, volgt consolidatie. Dat is vaak triest, omdat bedrijven en produkten jammerlijk mislukken en verdwijnen. Grote ondernemingen zijn tegenwoordig, naast het ontwikkelen van hun eigen portfolio, alert op overnames voor het opbouwen van hun produkt-verzameling. Kopen is kennelijk goedkoper dan zelf ontwikkelen. De hoeveelheid overnames in de IT-industrie is verbijsterend en lijkt vooralsnog niet af te nemen.
De database-leveranciers staan waarschijnlijk voor de grootste uitdaging. Nu domineren de relationele produkten, en dit blijft zo voor transactie-applicaties. Informatiegebruikers hebben echter meer wensen dan SQL kan vervullen: gemiddelden, statistieken, tijdreeks- en meerdimensionale analyses, en in de toekomst multimedia-gegevens. Daarvoor zijn radicaal nieuwe database-technologieën nodig, maar de huidige leveranciers zullen slechts hun bestaande produkten uitbreiden, met front-ends voor Olap, navigatie-servers en een efficiëntere afhandeling van fysieke gegevens van variabele lengte. Ze zullen sommige uitbreidingen zelf ontwikkelen en andere inkopen. Naarmate meer functies aan de basisprodukten worden toegevoegd, groeit de druk op de pioniers met gespecialiseerde produkten. Als IBM, Oracle en dergelijke complete pakketten kunnen leveren, zullen de leveranciers van componenten ernstig in de problemen komen.
De repository vormt het grootste probleem. Dit zou de grote gemeenschappelijke eenheid moeten zijn, die het mogelijk maakt om ontwerp, kopiebeheer en views voor de eindgebruikers te integreren. In plaats daarvan zitten we met meerdere incompatibele losse produkten.