Vraag de financieel directeur of hij beslissingsmacht heeft over IT-beslissingen en hij zegt: Ja. Vraag de algemeen directeur wie de handtekening zet onder automatiseringscontracten en hij antwoordt: Ik. Vraag de automatiseerder wie voorkomt dat het allemaal uit de hand loopt en hij steekt zijn vinger op.
Beslissingsbevoegdheden en IT-investeringen, de standaardisering van hardware en software maken het tegenwoordig inderdaad een stuk moeilijker te achterhalen wie nu waar verantwoordelijk voor is. Het onderzoeksbureau Ovum komt in een recente studie tot de conclusie dat bedrijven hun automatiseringsinfrastructuur liever buiten de deur inkopen. Wil dit niet ten koste gaan van de strategisch inzet van IT, moet, volgens Ovum, de kennis van automatisering binnen de top van bedrijven wil van voldoende niveau zijn.
De voortekenen zijn niet gunstig, zo ondekt het eveneens Britse bureau Researche Database. Slechts 2,9 procent van de financiële managers weet wat Olap is. Een enkele respondent komt niet verder dan "een ijsje van Ola".
Het onderzoek laat tevens zien dat bijna 85 procent van de financieel managers zich bezig houdt met de beoordeling van de informatiebehoefte van de verschillende afdelingen. Ruim 75 procent is actief betrokken bij het vinden van de juiste automatiseringsoplossing en de evaluatie van alternatieven. Als dit klopt, is het zeer zorgwekkend gesteld met de organisatorische inbedding van automatisering. Immers de afdeling financiële zaken staat binnen bedrijven niet bekend als het bruisende centrum waar nieuwe initiatieven ontstaan, nieuwe markten worden ontgonnen en inzet van automatisering leidt tot de veelal geroemde ‘competitive edge’, waar men in de Angelsaxische management-literatuur de mond van vol heeft.
Als de resultaten een reëel beeld van de werkelijkheid geven, dan zijn we na dertig jaar automatisering nog niet veel verder gekomen.