Na vijfentwintig jaar voornamelijk andermans ontwerpen gekopieerd en verfijnd te hebben, wordt Intel gedwongen om zelf aan fundamenteel onderzoek te gaan doen. "We horen nu bij de grote jongens en kunnen niet langer afhankelijk blijven van door anderen ontwikkelde architecturen", ‘bekent’ ceo Andrew Grove. Grote inspiratiebron is de film Toy Story.
Weinigen buiten de chipindustrie zullen het beseffen, maar Intel heeft vanaf het begin van de jaren zeventig bijzonder weinig bijgedragen aan fundamenteel onderzoek betreffende computer-architectuur. Dat begon al met de eerste echte microprocessor uit 1971, de Intel 4004. Dat was een miniatuur-versie van de Digital PDP 8, een succesvolle minicomputer stammend uit de jaren zestig.
Intel heeft sindsdien het proces van kopiëren van bestaande computer-architecturen met groot succes herhaald, maar het eind komt in zicht. In de Pentium Pro, die vorig jaar op de markt kwam, heeft men Reduced Instruction Set Computing (Risc) technologie gebruikt die oorspronkelijk werd ontwikkeld door IBM, Motorola, Sun Microsystems en Mips Computer. De eerste publikaties over Risc komen op het conto van IBM-wetenschappers. De opvolger van de Pentium Pro, verwacht in 1998, zal dit thema verder uitbouwen waarbij Intel gebruik maakt van Risc-techniek van Hewlett-Packard.
Einde van de lijn
Daarmee is Intel aan het einde van de lijn gekomen. Er valt niets meer te kopiëren. Met het eenvoudig verhogen van kloksnelheden en verdubbelen de woordlengte komt men er niet meer. De fundamentele research werd in het verleden vooral uitgevoerd door universiteiten en grote researchlaboratoria opgezet door bijvoorbeeld IBM (Thomas Watson Research Centre) en AT&T (Bell Labs). Maar de budgetten van de universiteiten worden geknepen en ook AT&T en IBM bezuinigen.
Daarom heeft Intel een groep van zeventig wetenschappers samengesteld die onder leiding van compiler-expert dr Richard Wirt ‘vrij onderzoek gaat doen’. Het budget bedraagt enkele miljoenen dollars, een flinter van de in totaal twee miljard dollar die Intel jaarlijks aan operationele research & development besteedt. Het meeste van dat geld gaat naar de ontwikkeling van produktieprocessen. Een specifieke opdracht heeft het Microcomputer Labs, zoals de groep gaat heten, niet meegekregen. Men moet toekomstige technische obstakels signaleren en manieren vinden om die hindernissen te omzeilen. Wirt zal daarom veel aandacht besteden aan parallelle computer-architecturen.
Toy Story
Twee andere vragen die rijzen zijn: hoe kun je zowel geheugen als microprocessorfuncties op dezelfde chip onderbrengen en hoe kun je 3-D graphics van tekenfilmkwaliteit op een gewone PC weergeven. Er worden momenteel al kleine hoeveelheden geheugen voor speciale taken (cache-geheugen) op de microprocessor aangebracht, maar in de toekomst zou dat zich kunnen uitstrekken tot het werkgeheugen.
Om een idee te geven van de complexiteit van het weergeven van 3-D graphics: om de film ‘Toy Story’ digitaal te tekenen gebruikte Pixar, het bedrijf dat de film produceerde, 117 werkstations van Sun. Een enkele Pentium-PC zou er 43 jaar over doen om alle frames van de 77-minuten durende film op zijn scherm te tekenen. AM
Ontwikkeling van Intel-processoren
Microprocessor | Introductie (jaar) | Aantal (transistors) | Snelheid (Mips) |
4004 | 1971 | 2300 | 0,06 |
8080 | 1974 | 6000 | 0,6 |
8086 | 1978 | 29000 | 0,8 |
80286 | 1982 | 134.000 | 2,7 |
80386 | 1985 | 275.000 | 6,0 |
80486 | 1991 | 1.185.000 | 13,0 |
Pentium | 1993 | 3.100.000 | 100,0 |
Pentium Pro | 1995 | 5.500.000 | 440,0 |
Een overzicht van de belangrijkste microprocessoren die Intel op de markt heeft gebracht. Zowel de snelheid als het aantal transistoren neemt bij iedere generatie enorm toe. (Bron: Intel)