De belangrijkste eigenschap van het nieuwe opslagsysteem Spectris van Amdahl is dat het nagenoeg niet onderuit kan gaan. De volledig foutbestendige opbouw van dit subsysteem garandeert minimale uitval; mochten er delen van de machine stuk gaan, dan blijft de overlast voor gebruikers minimaal.
Amdahl bereikt dit door een nieuwe architectuur toe te passen die een subsysteem onderverdeeld in kleinere segmenten van vier synchroon draaiende schijven. Een bijkomend voordeel van de synchroniteit is dat tot vier keer de fysieke doorvoersnelheid te bereiken is. Datasets worden automatisch verdeeld over de vier schijven in het segment, waardoor ze parallel af te lezen zijn.
Alle onderdelen van de Spectris – tot en met de microcode toe – zijn in bedrijf te vervangen. Als optie levert Amdahl eenhot spare-disk die een defecte schijf kan vervangen. Het overzetten van de gegevens van zo’n defecte schijf naar de reserve-schijf vergt volgens de fabrikant slechts ruim een uur. Bij uitval van een schijf weet Amdahl zo de prestatiedaling van de Spectris te beperken tot een paar procent – gedurende een flink uur.
Omdat de onderneming zich niet meer louter richt op de mainframe-markt introduceert zij ook een opslagsysteem voor Unix- en Windows NT-omgevingen. Deze LVS 4500 – codenaam Elvis – onderscheidt zich van de mainframe-versie door een fiks lagere prijs en eenvoudiger technologie. Toch zijn de prestaties op niveau: een maximale doorvoersnelheid van 320 megabyte per seconde en een topcapaciteit van 360 gigabyte maken van de LVS een van de grootste opslagsystemen voor dit segment.