DIEMEN – Gegevenspakhuizen hebben het meeste effect als ze worden gebouwd voor een specifieke applicatie, afdeling of zakelijke activiteit. Slechts weinig bedrijven overwegen implementatie van een pakhuis in de orde van grootte van terabytes, zoals Oracle en NCR vaak willen doen geloven.
Dit stelt Donald DePalma, onderzoeker bij Forrester Research. Hij deed deze uitspraak onlangs op een seminar over data warehousing, georganiseerd door IP/Vint.
Hij wees erop dat het concept van een gegevenspakhuis al ruim een decennium bestaat. Wat nu echter een pakhuis heet, werd aanvankelijk aangeduid als een decision support-systeem of een Mis (management informatie-systeem).
Van deze systemen zijn talloze definities in omloop. Voor een onderzoek naar datapakhuizen formuleerde Forrester de volgende definitie. "Een datapakhuis is het proces van het transformeren van data in informatie die de gebruiker op een zodanig snelle manier ter beschikking krijgt dat hij er zijn zaken sneller mee kan afwikkelen."
Uit het onderzoek komt naar voren dat het concept van een datapakhuis in de praktijk het meeste effect sorteert als het wordt ontworpen voor een specifieke applicatie of een bepaalde afdeling. Die oplossing wordt veelal aangeduid als datamarkt.
Er zijn maar weinig organisaties die de voorbeelden van Oracle en NCR willen navolgen. Deze twee bedrijven timmeren flink aan de weg met demonstraties van gegevensverzamelingen in de ordegrootte van terabytes. Die worden met name gebruikt door grote ketens van supermarkten, zoals het Amerikaanse Walmart. "Ongeveer de helft van de datapakhuizen die operationeel zijn, heeft echter een omvang die kleiner is dan 10 gigabyte", stelt DePalma.
Eindgebruikers
"In het verleden was een datapakhuis vaak het gevolg van de wens van de automatiseringsafdeling om het (S390-)mainframe volledig te blijven benutten", stelt de onderzoeker van Forrester. Volgens hem voeren tegenwoordig de eindgebruikers de boventoon. "Zij eisen betere toegang tot data voor hun toepassingen. In de praktijk leidt dat tot het opzetten van datamarkten, vooral voor de afdelingen verkoop, inkoop en voorraadbeheer."
Hoewel datamarkten hun nut met name bewijzen door een betere toegang tot data, is het gebruik nog steeds voorbehouden aan een selecte groep die er goed mee overweg kan. Om dit probleem uit de wereld te helpen, vindt Forrester dat organisaties twee belangrijke stappen moeten ondernemen om hun ‘intelligentie’ te verhogen.
DePalma: "Het gebruik van datamarkten moet veel breder. Alle werknemers binnen een bedrijf moeten ermee uit de voeten kunnen. De ontwerpers van deze markten moeten ervoor zorgen dat de informatie op een veel begrijpelijker manier wordt gepresenteerd. Organisaties die met een datamarkt werken moeten veel meer aandacht besteden aan opleiding en training."
Innovaties
De intelligentie van organisaties krijgt de komende jaren een stevige injectie door een aantal innovaties, stelt de analist. "Er komen nieuwe talen, waarmee eindgebruikers niet meer de beperking hebben van de opvraagtaal SQL. Via gewone spreektaal krijgen zij toegang tot databases."
Hij voorspelt dat tegen het eind van 1998 ruim 50 procent van de werkplekken bij grote organisaties is voorzien van browsers. Forrester voorspelt dat er begin volgend jaar een golf van Java-applicaties – de zogenoemde applets – op de markt zal komen, waardoor een toenemend aantal gebruikers op eenvoudige wijze toegang krijgen tot de gegevens die ze nodig hebben.
Via hulpmiddelen voor het zoeken op Internet van bedrijven als Yahoo, Lycos en Architect worden datapakhuizen ontsloten. Een enkelvoudige query verwijst dan naar diverse datamarkten en webservers die informatie bevatten die voor de gebruiker van belang is.
Ontsluiten mainframe
Veel gegevens van grote bedrijven zijn opgeslagen op mainframes in IMS-databestanden of Vsam-bestanden. Het is kostbaar en omslachtig om deze gegevens te ontsluiten door ze over te zetten naar de desktop. Forrester voorspelt echter de doorbraak van geïntegreerde produkten die de gegevens uit de mainframe-omgeving op een goedkope manier overzetten naar netwerken.
Belangrijk voor de verdere doorbraak van datapakhuizen en -markten is de doorbraak van software voor data mining. Hiermee kunnen gebruikers trends en bepaalde gedragspatronen van gebruikers detecteren. Het bureau voorspelt dat er dit jaar veel goedkope software-hulpmiddelen voor dergelijke toepassingen op de markt komen.
Tot slot wijst DePalma op het probleem van een steeds grotere verscheidenheid aan gegevenstypes, zoals audio, video en zelfs complete rapporten uit grotere informatiesystemen. "Om deze gegevenstypes aan te kunnen, zijn nieuwe servers nodig. Ik verwacht dat die in 1998 op de markt zullen komen." WA