AMSTERDAM – De Dienstenbond CNV pleit voor een pakket maatregelen om meer jongeren voor een IT-studie te laten kiezen. Volgens de werknemersorganisatie moet een goede cao aan de basis van dit pakket liggen. De werkgeversvereniging Vifka onderschrijft de zorgen van het CNV over de arbeidsschaarste in de IT-sector, maar verschilt van mening over de vraag of het afsluiten van een cao veel bijdraagt aan het oplossen van de werkgelegenheidsproblematiek.
De Dienstenbond CNV publiceerde vorige week een Open Brief gericht "aan allen die het behoud van hoogwaardige werkgelegenheid in Nederland ter harte gaat". Daarin maakt de Dienstenbond CNV haar zorgen kenbaar over ontwikkelingen in de IT-sector die een negatieve invloed hebben op de werkgelegenheid. De ondertekenaar van de brief, vakbondsbestuurder John Koudijs, wijst op de terugloop van het aantal studenten voor IT-studies in de afgelopen tien jaar en het tekort aan gekwalificeerd personeel dat daardoor is ontstaan. Het personeelstekort leidt ertoe dat IT-bedrijven mensen bij elkaar wegkopen en werk naar het buitenland overhevelen.
Slechte imago
Volgens het CNV is het slechte imago van de IT-bedrijven één van de redenen waarom zo weinig jongeren voor een loopbaan in de IT-branche kiezen. Dat slechte imago is voor een belangrijk deel te wijten aan de slechte secundaire arbeidsvoorwaarden. De jeugd van tegenwoordig denkt niet meer uitsluitend aan het maken van een carrière. Daarom kiezen jongeren niet voor een toekomst in de IT-sector.
Om op korte termijn iets aan de slechte beeldvorming van de branche te doen, is het volgens het CNV noodzakelijk een goede cao af te sluiten, waarin afspraken worden gemaakt over met name kortere werktijden, deeltijdmogelijkheden, goede studiefaciliteiten en flexibele uittredings- en verlofregelingen. Zolang er nog geen cao is, zal de dienstenbond niet meewerken aan promotionele activiteiten onder scholieren en studenten.
Randvoorwaarden
Koudijs dringt bij de overheid aan op "het stellen van sociale randvoorwaarden aan projecten die de overheid ondersteunt". Van IT-bedrijven die overheidsprojecten uitvoeren, kan bijvoorbeeld worden geëist dat zij een cao voor hun personeel hebben afgesloten. Ook zou de overheid kunnen onderzoeken waarom jongeren niet kiezen voor een baan in de IT-sector. Extra studiebeurzen of kortingen op de studiekosten kunnen ook een stimulans vormen om te kiezen voor een IT-studie.
Het CNV wil met de Open Brief de problemen in de IT-sector onder de aandacht van zowel de overheid als een breder publiek brengen, omdat de werkgevers, met name in de hoek van de software-bedrijven, weigeren om samen met de vakorganisaties mee te werken aan het verbeteren van het imago van de IT-sector.
Volgens directeur Struijk van de Vifka, die namens de werkgevers de cao-onderhandelingen voert, is er van een dergelijke weigering geen sprake. "Wij delen de zorg van het CNV over het tekort aan personeel in de IT-branche, maar zijn er niet van overtuigd dat het afsluiten van een cao de oplossing van het probleem is. De terugloop in het aantal aanmeldingen voor IT-studies is een generiek probleem waar alle technisch studies al enige tijd mee te maken hebben. De conclusies van het CNV dat de arbeidsvoorwaarden en het ontbreken van een cao verantwoordelijk zijn voor het slechte imago van de IT-sector, delen we niet. Dat geldt ook voor het verband dat gelegd wordt tussen het slechte imago en het huidige personeelstekort. We zijn er niet van overtuigd dat conclusies en verbanden echt goed bekeken zijn."
Modelafspraken
Overigens zijn werkgevers en werknemers nog steeds in onderhandeling over een cao voor de IT-branche. Het CNV pleit er voor om, naast een raam-cao, waarbinnen op bedrijfsniveau nadere afspraken kunnen worden gemaakt, ook zogenaamde model-afspraken vast te leggen, die van toepassing zijn als partijen op bedrijfsniveau niet tot overeenstemming kunnen komen. De Vifka heeft met deze model-afspraken grote moeite en is van oordeel dat naast eigen invullingen op bedrijfsniveau er ook mogelijkheden moeten zijn voor individuele invulling op werknemersniveau.
Ondanks de grote verschillen in inzicht die tussen werkgevers en werknemers bestaan, met name op het gebied van de arbeidsduur en sociale zekerheid, is Struijk van oordeel dat het overleg vordert. In de komende weken moet duidelijk worden of en hoe beide partijen eruit zullen komen. CZ