HAMBURG – De ABN Amro heeft van SAS Institute een onderscheiding gekregen voor het ‘data warehousing’-project dat bij de bank is ingericht. De voorraden kasmiddelen die bij de 1000 filialen van de bank worden aangehouden, konden na invoering van het project met liefst 40 procent omlaag. Dit betekent een evengrote besparing in rentekosten.
De directeur van de divisie Binnenland van ABN Amro, mr G.J. Kalff (niet te verwarren met broer Jan Kalff, de topman van de bank) ontving de prijs tijdens de grote gebruikersconferentie van SAS Institute uit handen van James Goodnight, de topman van deze Amerikaanse software-leverancier. Kalff was voor deze gelegenheid speciaal naar Hamburg gekomen, waar meer dan 1500 gebruikers uit heel Europa aanwezig waren.
ABN Amro heeft de data warehouse-software van SAS Institute gebruikt om de optimale voorraad kasgeld te bepalen, die per bankvestiging beschikbaar moet zijn. De kassiers van de verschillende bankkantoren bleken namelijk stelselmatig een te royale kasbehoefte op te geven. Ze deden dit om ervan verzekerd te zijn nooit ‘nee’ te hoeven verkopen. Maar analyse van de kasstromen, inclusief die bij geldautomaten, leerde dat de marges wel aan de heel veilige kant werden genomen.
"Het winnende Chartaal-project garandeert onze cliënten een optimale service en heeft geleid tot besparingen die oplopen tot 40 procent", aldus Kalff. Volgens Jan Tiescheffer, manager van de Data Warehousing Groep bij ABN Amro, was voor de SAS software gekozen vanwege het gebruiksvriendelijke karakter, de kosten-effectiviteit en doelmatigheid bij de applicatie-ontwikkeling.
Volgens de vice-president van de ABN Amro, Jan Remmerswaal, zullen steeds meer van dit soort projecten bij de bank worden toegepast.
Het succes van data warehousing hangt sterk af van het vermogen van managers hiermee superieure beslissingen te nemen. SAS Institute onderscheidt zich door alle aandacht te richten op het afleveren van de informatie. Het SAS Systeem beoogt alle technologische barrières te slechten. De software werkt in alle omgevingen, ongeacht het gebruikte besturingssysteem en het soort computer.
Orlando II
Tijdens de druk bezochte gebruikersconferentie in Hamburg kondigde SAS Institute Orlando II aan als opvolger van de vorig jaar geïntroduceerde eerste versie van de ‘nieuwe generatie’ SAS Systemen. Deze nieuwe versie bevat de SAS/Warehouse Administrator. Hiermee wordt beheer van meerdere gegevenspakhuizen in een organisatie mogelijk, namelijk ‘corporate data warehouses‘. Dit zijn per werkmaatschappij opgezette data warehouses en ‘datamarts‘ op het niveau van een afdeling. De Administrator beheert de hele organisatie en werkt volgens het principe ‘mik en click’.
De nieuwe Orlando-versie maakt het ook mogelijk verschillende typen data warehouses te combineren. Data warehouses gebaseerd op relationele databestanden (rijen en kolommen) kunnen worden gebruikt naast multi-dimensionele data warehouses. Deze verschillende soorten kunnen nu door elkaar heen werken. SAS Institute bouwde hier als het ware een schil (een view) om heen, waardoor meer flexibiliteit werd verkregen.
Het systeem vergde een investering in onderzoek en ontwikkeling van 167 miljoen dollar. Dat lijkt veel voor een bedrijf als SAS Institute, dat de negende plaats bekleedt op de ranglijst van onafhankelijke software-leveranciers. Maar SAS is gewend veel aan r&d te doen. Liefst 31 procent van de omzet wordt hieraan besteed. Daarmee behoort het tot de koplopers in de bedrijfstak. Van de grotere producenten geeft SAS in verhouding tot de omzet verreweg het meeste uit aan r&d. Vorig jaar bedroeg die omzet 562 miljoen dollar.
Ten slotte heeft SAS een nieuwe methodologie voor data mining ontwikkeld onder de naam Semma (Sampling. Exploration, Manipulation, Modelling, Assessment). Corr.