De Amerikaanse regering gaat een speciaal team van veiligheidsexperts aanstellen dat een dam moet opwerpen tegen de razendsnel groeiende ‘cyber terreur’. Aanleiding tot deze maatregel is het gigantische aantal ‘hackers’ dat de militaire computersystemen van het Pentagon via Internet probeert binnen te dringen.
Vorig jaar werden maar liefst 250.000 pogingen geteld, waarvan er ongeveer 160.000 zijn gelukt. Het totale schadebedrag is niet bekend, maar de regering in Washington is deze vorm van piraterij meer dan beu. De grootste zorg van de Amerikaanse regering is dat terroristen of vijandige mogendheden er op een dag in zullen slagen de nationale communicatie-netwerken lam te leggen.
Het toeval wil dat de oorspronkelijke bedoeling van Internet, namelijk een absoluut veilig netwerk tot stand te brengen, nu door de immense populariteit ervan in het gedrang komt. In het midden van de jaren zestig, tijdens het hoogtepunt van de Koude Oorlog, ontstond de behoefte aan een systeem voor het verzenden van boodschappen dat ook werkt als een deel van het telefoonnet door vijandelijke aanvallen is uitgeschakeld. Overwegingen van nationale veiligheid gaven de aanzet tot de ontwikkeling van wat later Internet werd genoemd. Diezelfde veiligheidskwesties geven de Amerikaanse regering nu weer reden tot bezorgdheid.