HOUTEN – Het landelijk overleg tussen de fiscus, de bedrijfsvereniging en de IT-branche over het detacheren van freelance-automatiseerders zal niet leiden tot een definitieve uitspraak over de aard en status van die freelancers. Alleen de Centrale Raad van Beroep kan echte duidelijkheid verschaffen over detachering.
Dat zegt algemeen directeur R. Vos van Avalix, een holding met verschillende bedrijven in de automatisering (waaronder Multisystems en Datapool) die actief zijn op het gebied van detachering.
Vos heeft een zaak lopen bij de Centrale Raad van Beroep – een beroepsinstantie voor uitspraken over onder andere sociale zekerheidszaken – waarvan in juni de eerste zitting dient. Het gaat daarbij om een principiële zaak, meent Vos. Hij is van mening dat de Raad moet uitspreken dat het detacheren van freelance automatiseerders niet valt onder het Koninklijk Besluit van 1987, waarin het begrip fictief dienstverband in het kader van de zogeheten uitzendbepaling wordt beschreven. En juist dat begrip heeft de afgelopen jaren een belangrijke rol gespeeld in de discussie over de aard en status van freelancers. Het detacheren van zelfstandige automatiseringsdeskundigen houdt de branche al lange tijd bezig. Daarbij staat de vraag centraal of de deskundigen in dienst zijn van het bedrijf dat hen inschakelt of dat ze als ondernemers hun diensten verkopen aan het bedrijf.
Ondernemersfaciliteiten
Een landelijk overleg tussen de betrokken partijen (fiscus, bedrijfsverenigingen en branche), dat in 1994 begon, moet duidelijk maken of de automatiseerders alle ondernemersfaciliteiten krijgen en of ze de verschillende premies voor de sociale verzekeringswetten moeten betalen. De meeste partijen zijn het er overigens over eens dat er voldoende duidelijkheid is. Volgens Vos levert het landelijk overleg echter onvoldoende op. "We zijn nu in het stadium van een voorlopig definitief beleid, zoals dat officieel heet, dat met de handtekening van de betrokken staatssecretaris straks definitief beleid zal worden. Maar er is dan nog steeds geen uitspraak gedaan over de fiscale status van de gedetacheerde automatiseerder." Vos heeft zijn zaak aangebracht bij de Centrale Raad van Beroep in Utrecht, omdat hij de onderste steen boven wil hebben. "Ik wil koste wat kost duidelijkheid: valt een automatiseerder onder het Koninklijk Besluit, of valt hij daar niet onder." Voor Vos is dat overigens geen vraag. Hij meent dat het Koninklijk Besluit waarin gerept wordt van fictief dienstverband alleen betrekking heeft op het uitzendwezen, en niets van doen heeft met automatisering. Het verdriet hem dat niet meer bedrijven en instanties via de rechtbank proberen duidelijkheid te krijgen. "Bedroevend weinig instellingen en bedrijven strijden tegen de willekeur van de fiscus en de bedrijfsvereniging. De meeste mensen zeggen: je zoekt het zelf maar uit. Vooral de bedrijfsverenigingen vind ik laakbaar. Daar ontbreekt het absoluut aan kwaliteit." De directeur heeft het idee dat hij de kastanjes uit het vuur haalt voor alle partijen. "De branche hangt als los zand aan elkaar, maar profiteert straks wel van onze inspanningen."
Optimistisch
Hij toont zich optimistisch over de afhandeling van de zaak bij de Raad. Diplomatiek zegt hij: "Ik sluit niet uit dat de Centrale Raad van Beroep tot de conclusie komt dat het begrip fictieve dienstbetrekking, zoals dat in het Koninklijk Besluit is omschreven, niet van toepassing is op de IT-branche. Dit betekent dat automatiseerders dus altijd zelfstandige ondernemers zijn, die uitgezonden worden naar een bedrijf. De kans dat wij het gelijk aan onze zijde krijgen schat ik op meer dan 50 procent. Er zijn de afgelopen maanden verschillende rechtbank-uitspraken geweest, die ons daarin steunen." Als de Raad zich eenmaal over deze kwestie heeft uitgelaten, zijn alle problemen uit de wereld, meent Vos. "Dan is voor eens en altijd vastgesteld welke status freelancers hebben. En dan hoeven fiscus en bedrijfsvereniging niet elke keer weer op onderzoek uit te gaan." AR