AMSTERDAM – De werkgelegenheid in de automatisering is het afgelopen jaar met 6 procent gestegen. Het aantal vacatures stijgt met 9,4 procent. De lonen stijgen licht met 1,5 procent, hoewel er grote verschillen bestaan tussen de branches. Dit blijkt uit de salaris-enquête automatiseringspersoneel van Berenschot Informatica.
Drs W. Pelger, bij onderzoeksbureau Berenschot verantwoordelijk voor de jaarlijkse salaris-enquête onder automatiseerders, spreekt van spanningen op de arbeidsmarkt die vergelijkbaar zijn met de situatie zoals deze zich in de periode 1985-1987 voordeed.
"Het aantal vacatures stijgt met 9,4 procent, het opleidingsniveau stijgt en de arbeidsmobiliteit neemt toe," zegt Pelger. "Dit zijn indicaties van een gespannen arbeidsmarkt."
Vorig jaar daalden de salarissen nog licht (0,4 procent). Thans is dit beeld anders. Over alle automatiseringsberoepen genomen, nemen de lonen toe met 1,5 procent. Vergeleken bij de ontwikkelingen van de CAO-lonen (1 procent stijging) is dit gunstig; de CBS-consumentenindex echter bedraagt 2 procent. Daarmee blijven de salarissen achter bij de inflatie. Het gemiddelde jaarloon voor automatiseringsberoepen ligt op 76.900 gulden.
De branches onderling verschillen echter duidelijk. De grootste toename in lonen is te vinden in de sector banken en verzekeringen. Daar stegen de salarissen voor automatiseerders met 11,2 procent. "De situatie voor functionarissen in de computerdienstverlening lijkt verslechterd," zo constateert Pelger. "Zij hebben als enige – naast het laagste gemiddelde salaris (73.900 gulden) – te maken met een daling van 0,4 procent."
Lagere leeftijd
Volgens Pelger wordt dit voor een belangrijk deel verklaard door de lagere leeftijd van medewerkers in dit segment. "Deze ligt met 34,9 jaar opvallend lager dan de 39 jaar voor andere branches."
Het salaris-onderzoek is gehouden onder 165 bedrijven en instellingen waar in totaal ruim 9000 automatiseerders werken. Het betrof zowel gebruikers-organisaties als IT-dienstverleners.
Uit het onderzoek blijkt dat de opleidingsgraad van automatiseerder hoger wordt. "De verschuiving van middelbaar en lager onderwijs naar hoger en academisch is ook dit jaar verder gegaan," constateert Pelger. De verhouding is nu 63 procent hoger/academisch versus 37 procent middelbaar/uitgebreid lager onderwijs. In 1990 was dit nog 50:50.
Groter verloop
De mobiliteit onder automatiseerders neemt toe tot 5,5 procent. "Alle branches hebben te maken met een groter verloop." Vorig jaar aanvaardde 4,1 procent van het aantal automatiseerders in het onderzoek een andere baan – het laagste percentage in de afgelopen 10 jaar.
Meer dan gemiddeld is het vertrek onder gegevensbeheerders, junior systeemontwerpers, analist-programmeurs en programmeurs. Honkvast zijn de ploegenleiders, produktiechefs en onderhoudsprogrammeurs, zo blijkt uit de gegevens van Berenschot. De hoogte van het salaris is de belangrijkste reden voor vertrek, hoewel dit minder vaak wordt genoemd dan vorig jaar. Verder scoorde ‘gebrek aan uitdaging in het werk’ hoog als reden voor vertrek.
Het onderzoek brengt ook het aantal vacatures in kaart. Dit verdubbelde ten opzichte van vorig jaar tot 9,4 procent. De functies met het grootste aantal vrije banen zijn: junior programmeur, informatie-analist en gegevensbeheerder. Andere beroepen met een bovengemiddeld vacaturepercentage zijn klantenbegeleider, projectadviseur en (junior) informatie-analist. MP