DEN HAAG – Het plafond van tien miljoen gulden dat geldt voor de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk, wordt door de zeer grote ondernemingen als knellend ervaren. Drie zeer grote multinationals die gezamenlijk een belangrijk deel van de r&d in Nederland voor hun rekening nemen, vinden de bovengrens van 10 miljoen belemmerend werken.
Dit blijkt uit een rapport dat het adviesbureau Bartels in opdracht van het ministerie van Economische Zaken heeft gemaakt. Bartels sprak met twaalf zeer grote Nederlandse concerns over het nut en de betekenis van de Wbso. Volgens deze fiscale stimuleringsregeling mag het werkgeversdeel van de loonkosten worden aftrokken van de loonbelasting, zolang dit maximum niet is gehaald. Volgens de concerns moet het plafondbedrag worden verhoogd. Destijds was onder druk van de Tweede Kamer een maximum ingesteld om te voorkomen dat het leeuwedeel van het belastingvoordeel ten goede kwam aan de zeer grote concerns.
Minder onderzoek
Overigens blijkt steeds meer op de research-budgetten te worden gekort. De helft van de dertig grootste Nederlandse concerns heeft de laatste vier jaar het mes in de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling gezet. In 1994 kwam de Wbso. Die fiscale stimuleringsregeling heeft het tij echter niet kunnen keren. Volgens Bartels is er wel veel belangstelling voor deze regeling. De werking zou nog verbeteren wanneer bedrijven vaker dan twee keer per jaar een aanvrage kunnen doen om voor aftrek in aanmerking te komen. Daarnaast adviseert Bartels ook een deel van de loonkosten van research-personeel dat tijdelijk van buiten af wordt ingehuurd, onder de regeling te brengen.
Een ander adviesbureau, Bakkenist Management Consultants, heeft een rapport uitgebracht over de mogelijkheden het software-bedrijfsleven een betere toegang te verschaffen tot de Wbso. Om te bepalen wat innovatieve software precies inhoudt, zou een uitgebreide vragenlijst moeten worden toegevoegd. Met de antwoorden op deze aanvullende vragen zouden de ambtenaren van de uitvoerings- organisatie Senter beter in staat zijn werkelijke vernieuwing te scheiden van de meer marginale aanpassingen op bestaande programmatuur. Binnenkort zal minister Wijers (Economische Zaken) de nadere details van de aanvullende regeling voor software in een brief aan de Tweede Kamer bekend maken. Corr.