DEN HAAG – Nederland moet op het gebied van informatietechnologie tot de Europese koplopers gaan behoren. Daartoe hebben minister Wijers en zijn ambtgenoot van Onderwijs het ‘Software Actieplan 1996-2000’ gepresenteerd. Volgens de bewindslieden moet de huidige regelgeving voor een aantal subsidie-fondsen worden versoepeld.
Het kabinet maakt ernst met het stimuleren van software-ontwikkeling. Innovatieve computerprogrammatuur zal binnenkort in de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (Wbso) worden opgenomen. Het streven is per 1 januari 1997 de wet zodanig te verruimen dat bedrijven die innovatieve software ontwikkelen, van deze fiscale stimuleringsregeling kunnen profiteren.
Drs J.J. van Scheijen, topambtenaar van het ministerie van Economische Zaken, kondigde dat aan tijdens een toelichting op het Software Actieplan 1996-2000.
Met het plan willen de ministers Wijers en Ritzen de Nederlandse IT-industrie op Europees topniveau brengen. Beide bewindslieden proberen het onderzoek toe te spitsen op een beperkt aantal kansrijke en belangrijke gebieden van de informatica. Ten aanzien van het onderwijs wordt gestreefd naar een betere profilering van het vakgebied informatica. Van Scheijen, die op het ministerie directeur Elektronica, Diensten en Informatie-technologie is, noemde de daling van het aanbod van informatica-studenten dramatisch. Gezamenlijke initiatieven van bedrijfsleven, overheid en universiteiten zullen nodig zijn om het tij te keren.
Geringe deelname
Eveneens verontrustend is de betrekkelijk geringe deelname van ons bedrijfsleven aan Europese onderzoeksprojecten op software-gebied. Het aandeel van Nederlandse ondernemingen blijft achter bij andere lidstaten van de Europese Unie. De Nederlandse Staat stopt jaarlijks ongeveer 80 miljoen gulden in het Esprit-fonds voor de stimulering van IT in Europa, terwijl Nederlandse ondernemingen maar voor 40 miljoen gulden uit dit fonds halen. Volgens Van Scheijen laat de Nederlandse software-branche veel subsidiegeld liggen. Te weinig bedrijven melden zich voor Esprit aan, waarschijnlijk omdat ze het teveel rompslomp vinden om het Brusselse traject in te gaan. De procedures worden ook als te tijdrovend ervaren. Dit is niet terecht volgens Van Scheijen. "In de praktijk kan het echt meevallen." Bedrijven die vaak meedoen aan Esprit, blijken best tevreden te zijn. Het percentage projecten met Nederlandse deelname dat wordt afgewezen, is overigens normaal.
Ook van de nationale stimuleringsregelingen maakt de software-branche relatief weinig gebruik. Van Scheijen noemde als voorbeeld de Technische Ontwikkelings Kredieten. Deze regeling wordt nauwelijks voor software-projecten gebruikt. "Kennelijk is er een psychologische barrière".
Recent onderzoek wees uit dat 18 procent van de r&d-inspanningen in Nederland rechtstreeks betrekking heeft op software. Het jaarlijkse technologie-budget van Economische Zaken bedraagt ruim 700 miljoen gulden groot. Op basis van het aandeel van software-onderzoek in het totaal van de r&d-uitgaven mag worden verwacht dat ongeveer 100 miljoen gulden naar de software-sector zou gaan. In werkelijkheid is dit 50 miljoen gulden, de helft dus.
Geld en diensten
Belangrijk onderdeel van het Software Actieplan is de betrokken bedrijven beter gebruik te laten maken van het bestaande technologie-instrumentarium. Voor het ‘flankerend’ beleid dat zich hierop richt, zal door Economische Zaken en Onderwijs ruim 4 miljoen gulden worden uitgetrokken. In samenwerking met de Economische Voorlichtingsdienst zal worden geprobeerd de export van Nederlandse software of daaraan gerelateerde produkten en diensten te bevorderen. Bovendien komt er een kredietregeling (Credo) voor bedrijven die elektronische diensten ontwikkelen ten behoeve van de digitale snelweg.
Het laatste onderdeel van het Software Aktieplan is de oprichting van het Nationaal Software Netwerk (www.minez.nl/swap2000/). Het gaat hier om een duurzaam netwerk dat bestaat uit Nederlandse bedrijven en kennis-instellingen. Dit netwerk zal zich uitstrekken tot de Verenigde Staten, waar de meeste ontwikkelingen op software-gebied hun oorsprong vinden. Corr.