Identificatie aan de hand van lichaamskenmerken is onontkoombaar. Dat was de boodschap van mr drs J. Grijpink, raadsadviseur bij het ministerie van Justitie, vorige week tijdens IT’96.
Hij noemde met name de dynamische handtekening en de handpalm-geografie. De elektronische omgeving is onveilig, omdat er geen zicht is op de wederpartij, transacties geen spoor nalaten en schade nauwelijks bewijsbaar is. De overheid moet de burger in staat stellen zich in die onveilige wereld te verweren, meent Grijpink, en dat kan door biometrische identificatie. Deze methode heeft niet de bezwaren van een pincode, die gemakkelijk in verkeerde handen kan vallen. Als de biometrische kenmerken in een chipkaart zijn opgeslagen, vindt vergelijking binnen de kaart plaats.
Omdat er met een kaart van alles kan gebeuren is een mogelijkheid tot reconstructie nodig en daarmee een veilige registratie van de biometrische persoonsgegevens. Grijpink ziet daarin een taak voor de ambtenaar van de Burgerlijke Stand, die nu ook de brondocumenten met administratieve identificerende persoonsgegevens (geboorteakte e.d.) beheert. Hij kan dan tevens de integriteitsbewaking op zich nemen van het elektronische bevolkingsregister (GBA), dat volgens Grijpink fraudegevoelig is en niet te beschermen tegen inbreuken van binnenuit. Zo zou de ‘ambtenaar van de burgerlijke stand nieuwe stijl’ kunnen uitgroeien tot een ‘accountant van de bevolkingsadministratie’.