AMSTERDAM – ‘The network is the computer’, het bijna tien jaar oude motto van Sun Microsystems heeft volgens topman Scott McNealy niets aan actualiteit verloren. Integendeel, want Sun wil zich met de introductie van de servers van het type Ultra Enterprise positioneren als dè leverancier van netwerkcomputers voor intranet. Sun gaat met deze nieuwe servers niet alleen rechtstreeks de concurrentie aan met HP en Digital, maar ook met de mainframes van IBM.
De aankondiging is onderdeel van Suns Ultra Computing for Business Solutions-strategie, die bestaat uit drie componenten: betrouwbare en uitbreidbare servers, bedrijfskritische diensten voor de ondersteuning en het beheer van netwerken en geïntegreerde applicaties. De Ultra Enterprise-servers vormen het hart van het netwerk zoals Sun zich dat voorstelt.
Voor eindgebruikers komt er volgens McNealy de zero administration computer, een soort werkstation met een snelle processor – uiteraard een Ultrasparc – en veel geheugen, maar zonder schijf en zonder besturingssysteem. Deze ‘computer zonder overhead’ draait rechtstreeks Java; alle benodigde applicaties worden via het netwerk binnengehaald.
De topman beweert dat in de laboratoria inmiddels zo’n computer met ingebakken Java-taal draait. De officiële introductie wordt later dit jaar verwacht.
Wachten tot 1998
Sun presenteert dit scenario als de oplossing voor het bedrijfsnetwerk en verwacht zelf dit concept begin 1998 te hebben gerealiseerd. Hoewel McNealy tijdens de presentatie van de nieuwe servers voortdurend de draak stak met de PC – een logge mainframe op het bureau – blijkt hij toch voldoende realiteitszin te hebben: hij denkt niet dat de PC snel zal verdwijnen.
McNealy benadrukte voorts dat de zero administration computer geen terminal is en ook niet de ‘500 dollar netwerkcomputer’ van Larry Ellison, maar een Java-computer die niets kost om te beheren. Om voldoende steun te krijgen garandeert McNealy dat de Java-taal open is en open zal blijven. En dat geldt ook voor speciale Java-processors. "Als Intel zo’n processor wil maken, dan kan dat," aldus McNealy.
Servers
De aangekondigde servers in de Ultra Enterprise-lijn zijn gebaseerd op de 64-bits Ultrasparc en hebben alle dezelfde systeemarchitectuur. Centraal staat de nieuwe Gigaplane-systeembus met een doorvoersnelheid van tweeënhalf gigabyte per seconde. Volgens Sun is dit tien maal sneller dan de HP 9000 T520 en komt de I/O-snelheid overeen met die van de nieuwste CMOS-mainframes van IBM.
De produktlijn bestaat uit twee werkgroep-servers en vier servers voor afdelingen en rekencentra. De vier grootste modellen hebben dezelfde soort componenten – van processor tot voeding – die volstrekt uitwisselbaar zijn. Dit maakt het mogelijk om bij opwaarderen de ‘oude’ onderdelen in de nieuwe server te plaatsen. Bovendien zijn componenten te verwisselen zonder dat het systeem moet worden uitgeschakeld. Verder zijn de servers uitgerust met een dubbele voeding en koeling.
De basisconfiguratie van de servers bestaat uit een processor en 64 megabyte geheugen. De servers verschillen in uitbreidingsmogelijkheden: de kleinste kan maximaal zes processoren bevatten, de grootste dertig processoren. De grotere zijn specifiek bedoeld voor online transactieverwerking en data warehousing.
Behalve die nieuwe servers is ook een nieuwe grafische systeemmonitor aangekondigd, Solstice Symon. Deze monitor signaleert storingen en geeft exact aan in welke onderdelen deze zich voordoen. Corr.