AMSTERDAM – Van bijna 150 gereedschappen voor software-ontwikkeling wordt beweerd dat ze client/server-applicaties opleveren. Slechts een twintigtal blijkt echter geschikt voor grote en complexe omgevingen. Het Britse IT-adviesbureau Bloor Research evalueert en vergelijkt deze tools.
"De eerste generatie tools zijn zeker niet slecht, maar we moeten wel hun beperkingen inzien", aldus auteur Steven Barrie van het recent verschenen rapport Enterprise Client/Server Development Tools. Hij signaleert een verschuiving van het zwaartepunt van applicaties vanaf het werkstation naar centrale servers.
"De ‘dikke’ client van de eerste generatie C/S-tools blijkt in de praktijk verstoppingen op het netwerk te veroorzaken. De tweede generatie biedt oplossingen, maar biedt geen harde garanties. Een manier om het probleem te omzeilen, is de drastische verhoging van de bandbreedte. Het centraliseren van applicaties – zodat niet de netwerksnelheid, maar die van de systeembus bepalend is – biedt echter meer soelaas."
Intranetten
De ‘dunne’ client die veel tools van de tweede generatie oplevert, past bovendien "wonderwel" in het Internet-plaatje. "Sommige gereedschappen bieden al de mogelijkheid om webpagina’s op basis van html (hypertext markup language) of Java te genereren." Bloor verwacht dat de html-functie vooral invloed zal hebben op de ontwikkeling van afgesloten Internetten, de zogenaamde intranetten. "Toch is het nog maar de vraag of deze trend zich doorzet omdat veel populaire applicaties – zoals tekstverwerkers en spreadsheets – geen plaats hebben in deze ontwikkeling. Het is niet waarschijnlijk dat een gebruiker straks twee apparaten op zijn bureau wil hebben."
Bloor gaf al in de zomer van 1995 een white paper uit waarin vermeld werd aan welke eisen tools van de tweede generatie moeten voldoen. Dit geschrift is destijds ook door Computable op aanvraag verspreid. In het rapport wordt uitgegaan van deze definitie voor de selectie, evaluatie en vergelijking van de ontwikkelhulpmiddelen.
Zaken die zwaar wogen in de beoordeling, zijn ondermeer de faciliteiten voor distributie van applicaties, de repository voor het opslaan van ontwerpgegevens, en de beheersaspecten van de gebouwde toepassingen.
Ronduit ‘onvolwassen’
Sommige van de onderzochte produkten noemt Bloor Research ronduit "onvolwassen". Om in de toekomst niet voor verrassingen te komen staan, maakt dit het selectieproces van cruciaal belang. Om tot een betrouwbare vergelijking te komen, onderscheidt het bureau drie categorieën van tools: op modellen gebaseerde tools, veelal afkomstig van traditionele case-leveranciers; op een vierde generatietaal gebaseerde hulpmiddelen; object-georiënteerde tools.
In de eerste categorie schikt Bloor ondermeer produkten als Composer, Oracle Designer en Developer, Sapiens Objectpool en Usoft Developer. "Verrassend genoeg biedt Usoft de omgeving die het beste past op het model uit onze white paper. Het heeft derhalve een voorsprong op de rest. Objectpool biedt weliswaar een betere aanpak voor het schrijven van de applicatie-logica, maar wordt nog door te weinig bedrijven gebruikt."
Oracle’s Designer en Developer blijken gebaseerd te zijn op de ‘oude’ Case-tools van dit merk. Nadeel van deze omgeving is dat de repositories onderling verschillen, zodat hier moeilijkheden te verwachten zijn. Bovendien is de faciliteit voor het opdelen van applicaties tussen server en werkstation niet van die kwaliteit als gewenst wordt door Bloor.
Andere produkten nodig
Onder de op 4GL’s gebaseerde tools vat het bureau ondermeer de produkten van Gupta, Magic, Progress, Sybase, Uniface en Unify. "Over het algemeen zijn deze gereedschappen zwak in het partitioneren van applicaties. Voor gedistribueerde verwerking wordt vaak vertrouwd op produkten van andere leveranciers, zoals Tuxedo, Cics of Encina. Voor het testen van applicaties moeten ook vaak produkten van derden ingezet worden."
"Het sterkste 4GL-hulpmiddel is Vision van Unify. Progress heeft ook belangrijke vooruitgang geboekt met versie 8 en Powersoft heeft duidelijk geprofiteerd van de overname door Sybase. Het gloednieuwe produkt van Gupta, Centura, belooft veel, maar moet nog op volle sterkte beschikbaar komen."
Tools, die door Bloor als object-georiënteerd aangeduid worden, zijn onder andere Forté, Dynasty, Snap, Natstar, Object IQ en Elements. Ook de produkten van grotere leveranciers als CA (Open Road), IBM (Visual Age) en Informix (New Era) worden hieronder gevat.
Uit de niche
"Object-oriëntatie is niet langer een klein segment van de markt, maar begeeft zich steeds meer naar het centrum ervan. Centraal bij deze tools staan de mogelijkheden tot hergebruik van software. Hierin munt vooral Snap uit: daar is in de praktijk tot 90 procent hergebruik gemeten. Ook Object IQ scoort hiermee goed, maar is op andere gebieden wat minder geschikt." Qua ontwikkelomgeving verschillen de object-georiënteerde tools nauwelijks, zo vindt Bloor.
Behalve het geven van algemene tendensen, waagt het bureau zich aan een uitgebreide evaluatie van ieder tool afzonderlijk. De auteurs geven hierbij punten voor ondermeer de uitvoering van de repository, partitionering, ontwikkelomgeving, de mate van object-oriëntatie, de modelleertools en de uitbreidbaarheid. Verder komen het beheer van gebouwde applicaties aan de orde, als ook de ondersteuning van rapid application development. MU
Plussen en minnen van een aantal tools voor het bouwen van applicaties (bron: Bloor Research 1996).
Fabrikant | Produkt | Plus | Min |
CA | Open Road | Sterke OO-taal Applicatie-beheer | Geen partitionering Rdbms nodig voor repository |
Gupta | Centura | Ontwikkel-wizards | Afhankelijkheden tussen logica en fysiek ontwerp |
Oracle | /2000 | Ondersteuning van BPR en RAD | Zwakke repository Partitionering |
Informix | New Era | Hergebruik software Ontwikkelomgeving | Geen class browser Partitionering |
Software AG | Lightstorm | Repository | Applicatiebeheer |
Progress | 8 | Applicatiebeheer | Geen partitionering |
Template | Snap | Hergebruik software Ontwikkelomgeving Partitionering | Applicatiebeheer |
Sybase | Meerdere | Interoperabiliteit Database | Partitionering Repository |
Uniface | Six | Interoperabiliteit Beheer en testen | Batch-verwerking Partitionering |
Usoft | Developer | Ondersteuning RAD Repository | Ondersteuning case |
Het rapport
Het rapport ‘Enterprise Client/Server Development Tools’ van Bloor Research behandelt ruim twintig gereedschappen voor applicatiebouwers. De tools worden beoordeeld op hun capaciteiten en vervolgens onderling vergeleken. Bovendien biedt het inzicht in welke tools geschikt zijn voor welk soort toepassingen. De prijs van dit rapport is 1950 gulden. Informatie is te verkrijgen bij VNU Business Publications op faxnummer (020) 487 5726.