SCHIPHOL – Als er iemand zinnige dingen over het fenomeen ‘workgroup computing’ moet kunnen zeggen, is het wel David Cearley van Meta Group, een Amerikaans bureau voor strategisch advies in de informatietechnologie. Hij heeft binnen deze onderneming de verantwoording voor advisering op dit gebied. ‘Computable’ sprak hem over de netwerkcomputer, Java, Exchange, Notes en de blijvende noodzaak van architecturen.
Sinds Larry Ellison van Oracle de netwerkcomputer (NC) – een uitgeklede variant van de PC – ten tonele voerde, lijkt de hele wereld over de merites van dit ‘virtuele’ apparaat te discussiëren. Is er plaats voor zo’n computer?
Cearley: Inderdaad bestaat er behoefte aan de netwerkterminal, maar het zal nooit een vervanger van de PC worden. Over de hele wereld wordt nog volop gebruik gemaakt van 3270- en X-terminals. Die kunnen zo vervangen worden door de NC. Een tweede gebied van toepassing is die als ‘kiosk’ in winkelcentra of banken. De derde is als persoonlijke digitale assistent. Een bedrijf als Nokia kwam recentelijk op de markt met een in een GSM-telefoon ingebouwde organizer. In de toekomst kan daarin ook een webterminal geïntegreerd worden. De vierde en laatste toepassing is die als consumentenprodukt – bijvoorbeeld als geïntegreerd onderdeel van een stereo-set.
Als vervanger van de PC?
Nee, zeker niet. De PC zal blijven bestaan, maar krijgt ook thuis steeds meer de rol van centrale regeleenheid. Via de PC kun je binnenkort de centrale verwarming aansturen, maar ook het alarmsysteem en de magnetron. Ook de stereo-set met ingebouwde webterminal zal dan gecontroleerd worden door de PC.
Kan de netwerkcomputer nog een rol spelen in een intranet, een besloten Internet binnen ondernemingen? Bijvoorbeeld om het beheer van de decentrale verwerking te vereenvoudigen en de kosten te verlagen?
Nee, zo’n rol zie ik niet weggelegd voor de NC. Er blijft een behoefte bestaan aan software op locatie. Een snel netwerk brengt hierin nauwelijks verbetering, omdat één van de wetten van de automatisering luidt dat beschikbare capaciteit ook werkelijk gebruikt wordt. Hoe meer bandbreedte, des te zwaarder de toepassingen.
Het intranet als architectuur kan wel een rol spelen om de beheerskosten van decentrale verwerking te verlagen. Het biedt een structuur waarmee automatisch en op aanvraag de juiste software op het werkstation te krijgen is. Eigenlijk doen we dat al jaren: als je Wordperfect vanaf een Novell-server draait, doe je in feite niets anders.
Is er dan helemaal geen rol weggelegd voor de NC in bedrijfsnetwerken?
Jawel. De NC zal evolueren tot een email- en webstation dat tevens dienst kan doen als docking station voor draagbare PC’s. Ik denk dat de PC steeds minder een vaste positie op het bureau krijgt en steeds meer dienst gaat doen als mobiele gegevensverwerker. Dit jaar zal één op de drie verkochte PC’s een draagbaar exemplaar zijn. Het aandeel van notebooks stijgt snel tot naar schatting 50 procent van de markt, mede onder invloed van de steeds geringere verschillen in prijs en technologie.
Heeft de netwerkcomputer nog gevolgen voor de IT-markt in zijn geheel?
Vooralsnog blijkt het fantaseren over de NC voldoende om een nieuwe prijsdaling in de PC-markt te veroorzaken. Als het apparaat op de markt komt, verwachten wij een daling van de gemiddelde PC-prijs van 3000 dollar nu tot zo’n 1500 tot 2000 dollar straks.
De markt voor groupware-produkten is volop in beweging, om niet te zeggen: is stormachtig. Wie van de partijen heeft de beste kansen op een groot marktaandeel: Microsoft met Exchange, IBM/Lotus met Notes of Netscape?
Om te beginnen: de veronderstelling dat er een oorlog is tussen Notes en het wereldwijde web is absoluut verkeerd. Notes is in zijn nieuwste versie niets anders dan een geavanceerde webserver met groupware-functionaliteit. Het Internet is inmiddels de grootste gemene deler van alle aanbieders van groupware.
Netscape heeft de kans gekregen op de markt te komen met relatief lichte software, omdat er een marketing-gevecht plaatsvond tussen Microsoft en Lotus. Microsoft wilde Lotus met een opgepoetst mail-systeem naar de kroon steken, maar de acceptatie van Notes is inmiddels zover gevorderd, dat het een blijvend produkt is.
Netscape maakte gebruik van de strijd door met gratis software op de markt te komen. Toch denk ik niet dat Netscape de strijd om de groupware-markt gaat winnen. Daarvoor biedt de software te weinig functionaliteit. De uitgangsposities van MS Exchange en Notes zijn wat dit betreft veel beter.
Het einde van Netscape? Kort, maar krachtig?
Nee, Netscape blijft wel, maar op termijn wordt je als eindgebruiker een systeemintegrator vanwege alle plug-ins die nodig zijn om de software enige functionaliteit te geven.
Wat is nu de beste keus voor organisaties, Microsoft, Lotus of Netscape?
Het gaat niet zozeer om de produkten alswel om het opzetten van een architectuur voor groupware. Organisaties moeten standaarden vaststellen op de gebieden van intranet-protocollen, elektronische post, echte groupware- of workflow-functionaliteit, applicaties en toegang door derden. De drie huidige aanbieders vormen wat dit betreft een ware nachtmerrie voor de IT-wereld: het postsysteem met spierballen van Microsoft, het websysteem van een vreemde vent uit de VS of de proprietary groupware-functionaliteit van een hardwarefabrikant. Wat is wijs?
Is het vaststellen van standaarden en het kiezen van architecturen geen al te IT-centrische visie op het omgaan met deze ontwikkelingen? Gaat het bij Internet niet juist om de vrijheid van de eindgebruiker, om anarchie die niet beheerst hoeft te worden?
Vergelijk het maar eens met de opkomst van de PC. Zolang die werd gebruikt voor het verhogen van de persoonlijke produktiviteit van de gebruiker, werkt anarchie prima. Maar als de volgende stap gezet wordt – in ons geval de stap naar client/server – werkt anarchie contra-produktief. Anarchie is kostbaar en druist in tegen het verhogen van de flexibiliteit van ondernemingen. De gulden middenweg is ook hier zoals altijd de meest gewenste: organisaties moeten besluiten wat wel en wat niet centraal geregeld moet worden. De infrastructuur en architectuur van een intranet valt zeker onder de eerste categorie.
Als intranetten, uitgebreid met groupware-functies, straks gemeengoed worden, wat is dan de positie van omvangrijke en complexe applicaties als die van SAP, Baan en Oracle?
Dergelijke toepassingen zijn erg complex en zullen dat blijven als ze geënt worden op Internet-technologie. Dat verandert niets aan de vereiste functionaliteit. Leveranciers van dergelijke software doen er wel goed aan nu te beginnen met het bouwen van een Internet-implementatie ervan. Op zijn minst moeten die pakketten een browser als client kunnen gebruiken. Als SAP, Baan en Oracle dit verzuimen te doen, staat er binnen drie jaar een nieuwe leverancier te popelen om het gat in de markt te vullen.
Is de programmeertaal Java, die vaak in combinatie met Internet en het web genoemd wordt, ‘volwassen’ genoeg om dergelijke applicaties aan te kunnen?
Veel mensen denken dat Java een soort wonderpoeder is, dat over een applicatie uitgestrooid deze efficiënter en beter laat beheren. Het grootste misverstand van deze tijd; Java is een beetje als de nieuwe kleren van de keizer. Niet dat de taal helemaal geen toegevoegde waarde biedt, maar het belang en de vernieuwing worden sterk overschat.
Oprichter en directeur George Colony van adviesbureau Forrester Research noemde Java, drie weken geleden in een interview met Computable, C plus plus minus minus. Bent u het hiermee eens?
Ik zou Java eerder bestempelen als C plus plus plus. Weliswaar betreft het een uitgeklede versie van C++, maar Sun heeft er precies de juiste elementen uitgesloopt om Java tot een bruikbare en gestructureerde ontwikkelomgeving te maken. Ik mag Java als implementatie van C++ wel; met als enige nadeel dat de taal nog zo onvoorstelbaar ‘onvolwassen’ is dat het grote risico’s met zich meebrengt voor professionele organisaties. Het zal nog wel tot eind volgend jaar duren voordat alles uitkristalliseert en duidelijk wordt wat de blijvers zijn.
Concluderend: Internet heeft weliswaar een geweldige invloed op de IT-wereld, maar de PC overleeft als belangrijk platform. Wat is op de lange termijn een veilige keus voor het besturingssysteem?
Windows 95 vormt een tussenstap, die je gerust kunt overslaan als er niet een urgente behoefte bestaat aan bijvoorbeeld mobiliteit of infrastructuur. W95 is goed te gebruiken voor draagbare computers of als er in een organisatie nog veel 486-computers met slechts 8 megabyte geheugen staan. Maar op termijn zal de werkstation-versie van Windows NT de beste keuze vormen, zeker in combinatie met de gebruikersinterface van W95. Ik verwacht dan ook dat de volgende versie van W95 – Nashville of Windows 97 – veel meer gericht zal zijn op de consumentenmarkt, terwijl NT hèt platform voor het bedrijfsleven wordt. Voor OS/2 blijft een niche-markt bestaan bij gebruikers die maatwerksoftware gebouwd hebben op basis van de PC of die zoeken naar goede connectiviteit met grotere systemen als mainframes. Maar meer zit er voor OS/2 Warp niet in. MU