"De bouwwereld kiezen als totaal referentiekader is gevaarlijk", stelt Deny Smeets. De keuze van een bestaand kader zou in tegenspraak zijn met het streven om op een ’totaal andere manier’ naar de informatievoorziening te kijken.
De bouwwereld als lichtend voorbeeld, zo luidde de kop van de column van Ton van den Haspel van 9 februari dit jaar. Wat is een informaticus? Iemand die informatiesystemen ‘bouwt’. Aha, dan hebben we dus metselaars, timmerlieden, elektriciens, opperlieden, constructeurs, aannemers en architecten? En een informatiesysteem wordt een gebouw of een gebouwencomplex, een wijk, een stad, of een stapje verder een land en vervolgens de wereld. Ergo: het informatiesysteem is Internet. En informatici zijn de bouwers van de wereld?
De doelstelling: ‘leken overtuigen van de complexiteit van de materie rondom de ontwikkelingen van informatiesystemen in organisaties’ is zeer belangrijk. Een didactisch principe luidt dat je daarbij een referentiekader kiest dat bij de leek bekend is. Echter, de bouwwereld kiezen als totaal referentiekader is gevaarlijk. Dit blijkt mede uit de onlangs in het NGI-magazine van januari 1996 gepubliceerde bijdrage: Automatiseerders bouwen ‘luchtkastelen’ op Haagse bluf van Van ’t Hof en Van Beek.
Na hun betoog, dat dertien belangrijke verschillen beschrijft, resteert in de vergelijking het slechte imago van de bouw. Relativerend gaan ook bij hen vergelijkingen altijd mank, maar daarin zit juist het probleem bij de keuze voor een ‘bekend’ referentiekader. Elke buitenstaander trekt die vergelijking door naar de ‘bekende’ aspecten en de Informaticawereld (?) wordt de Bouwwereld. Past ons de medische professie of de vervoersbranche niet beter? Ik vind het derhalve geen goed idee om de functiebenaming uit de bouwwereld, of elke andere bestaande bedrijfstak, (integraal of ten dele) over te nemen.
In het door Van den Haspel genoemde proces om op een totaal andere manier naar de informatievoorziening te kijken, is de keuze van een bestaand en bekend referentiekader in tegenspraak met ‘de totaal andere manier’ van kijken.
De problematiek rondom de identificatie van deskundigheden, aansprakelijkheden, opleidingsinhouden, opleidingsniveaus etcetera houdt ook het HBO-I-Platform bezig. Onze taak is onder andere de inhoud en afstudeerprofielen te definiëren voor de vierjarige HBO-Informatica-opleidingen in Nederland. In het HBO-I-Project ‘Profielen’ zijn de discussies daaromtrent richtingaanwijzer naar de toekomst van de informatica-opleidingen in het hoger beroepsonderwijs. Daarbij worden geen vaststaande functies en benamingen, maar taken en takenclusters voor informatici gehanteerd als uitgangspunt voor de keuze van opleidingsprofielen.
Deny Smeets, voorzitter HBO-I-platform en afdelingsdirecteur Informatica Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.