UTRECHT – Na de presentatie van de jaarcijfers door Cap Volmac gaf topman Chris van Breugel inzicht in de doelstellingen van het komende jaar. Centraal daarbij staat een uitbreiding van de onderkant van het aanbod, waarmee vooral het onderhoud aan bestaande systemen bedoeld wordt.
Bekend is dat aan het onderhoud van bestaande applicaties meer geld besteed wordt dan aan nieuwbouwprojecten. Toch is onderhoud een ondergeschoven kindje, vooral bij programmeurs. Velen werken liever aan nieuwbouw dan aan onderhoud.
Van Breugel verwacht echter goede zaken te kunnen doen in dit segment. Als aanjager dienen de op komst zijnde ‘millennium’-projecten waarmee het bedrijfsleven de software geschikt moet maken voor de jaren na 2000. Ook voor de komst van de Euromunt dienen veel systemen aangepast te worden.
Van Breugel is zich ervan bewust dat het aanbieden van sec onderhoud lagere marges met zich meebrengt. Hij hoopt deze ’tak van sport’ dan ook te kunnen onderbrengen in het totaalaanbod. "Als onderdeel van een totaalaanbod, waarin ook maatwerk en beheer zijn opgenomen, kunnen de marges acceptabel zijn", aldus de topman van het concern met een nettomarge van 8,5 procent.
Om de doelstelling van toegevoegde waarde door Cap Volmac te realiseren, ook op het vlak van onderhoud, zet de onderneming hulpmiddelen in die het traject moeten verkorten en vereenvoudigen. Een goed voorbeeld hiervan zijn volgens Van Breugel de in de VS gevonden hulpmiddelen voor de 2000-conversie.
Tekort aan informatici
De presentatie van de jaarcijfers werd voor een belangrijk deel gekenmerkt door het tekort aan informatici, waarmee Cap Volmac kampt. Hoewel Van Breugel geen uitspraken wil doen over hoeveel extra medewerkers hij kan gebruiken, geeft hij wel toe dat het tekort aan gekwalificeerde mensen een rem op de groei zet.
Het concern boekte in 1995 een omzetgroei van 5 procent tot 849 miljoen gulden. De nettowinst bedroeg 72 miljoen, een toename van 9 procent. Hiermee blijft de groei achter bij een – overigens kleinere – concurrent als CMG, maar de nettomarge is aanzienlijk beter.
"De enige manier om sneller te kunnen groeien met onze huidige middelen is het bevorderen van hergebruik van software", aldus Van Breugel. Het tekort aan arbeidskrachten drijft het concern naar het vernieuwen van afspraken met afnemers. "Met sommige klanten is het hergebruik van voor hen ontwikkelde software al te bespreken, maar voor vele is dat onbespreekbaar. Dat ligt aan de gevoeligheid van die programmatuur, die veelal bedoeld is om de concurrentiepositie te verstevigen", aldus Van Breugel.
Groei door hergebruik
Hergebruik van software kan een aanzienlijke verbetering van de omzet en marge inhouden. Van Breugel verwacht echter niet deze in eigen zak te kunnen steken. "De lagere kosten komen dan ten goede aan de afnemer."
Onda nks het tekort aan medewerkers houdt Cap Volmac vast aan de doelstelling van 10 tot 15 procent verloop per jaar. "Dit dient om de organisatie lean and mean te houden. Bovendien zijn we op die manier in staat het kostenniveau in de hand te houden. Verloop betekent namelijk in veel gevallen het vertrek van relatief dure en de komst van goedkopere krachten." In 1995 werden ruim 800 mensen aangenomen, waarmee het totale bestand met circa 200 medewerkers steeg. Zo’n 600 mensen vertrokken dus, een verloop van ongeveer 15 procent.
Verdeeld over de activiteiten blijken de takken advisering en systeembeheer het snelst te groeien. De adviseurs van Cap Volmac zorgden vorig jaar voor een omzet van 157 miljoen gulden, 37 procent meer dan in 1994. In systeembeheer werd 46 miljoen omgezet, een stijging van 43 procent. Projectdiensten, voornamelijk detachering, daalde met 2,5 procent licht tot 580 miljoen.
Gekeken naar branche blijkt vooral de financiële sector vorig jaar fors geïnvesteerd te hebben in informatietechnologie. Cap Volmac noteerde in ieder geval een toename van 9 procent tot 208 miljoen gulden in deze sector. Industrie, handel en diensten waren goed voor een stijging van bijna 6 procent tot 412 miljoen. De overheid gaf wat minder uit bij de Utrechters: de omzet daalde met anderhalf procent tot 173 miljoen.
Het lopende jaar
Hoewel Van Breugel geen kwantitatieve uitspraken durft te doen voor het lopende boekjaar, meldt hij wel positief te zijn over de markt in het algemeen. "Omdat de marges al hoog zijn, hoeven we echter niet te rekenen op verdere verbetering daarvan. De groei moet komen uit het aantrekken van nieuwe medewerkers." Daarbij maakt hij de kanttekening dat er dit jaar een triest dieptepunt bereikt is in het aantal van 400 studenten dat zich aanmeldde voor de richting Informatica.
Een belangrijke belemmering bij het doen van voorspellingen voor het lopende jaar, is het steeds korter wordende orderboek. "De grote projecten van vroeger worden tegenwoordig opgedeeld in kleine deelprojecten van hooguit drie tot vier maanden. Hierdoor is het moeilijk om in maart al voorspellingen te doen voor het gehele jaar." MU