De PC dreigt voor grote groepen consumenten te duur te worden. Vobis-topman Theo Lieven wijt de tegenvallende PC-verkopen in met name Duitsland aan de voortdurende stijging van de gemiddelde aankoopprijs van PC’s.
Momenteel wordt in de winkel gemiddeld 3500 gulden voor een PC neergeteld. Dat is ongeveer 45 procent boven het gemiddelde in 1994. Intel kan de markt dicteren, stelt Theo Lieven. De chipfabrikant stuurt met een uitgekiend prijsbeleid de markt in de richting van de duurdere PC’s. Bijna niemand wil meer een 60-megahertz Pentium-processor hebben. Met prijsverlagingen werd het publiek naar de Pentium 100, 120 en 133 gelokt.
Ook de komst van Windows 95 deed de vraag naar de zwaardere PC’s toenemen. Microsoft verkoopt zijn besturingssysteem Windows 3.11 tegen dezelfde prijs als Windows 95. De klant kiest natuurlijk voor Windows 95, maar is dan wel gedwongen een krachtiger PC te kopen die duurder is. Volgens Lieven is het resultaat van deze ‘upselling’ dat de PC voor sommige mensen te prijzig is geworden. "Wanneer een bepaalde prijsbarrière wordt gepasseerd, haakt een deel van het publiek af.