Windows NT is een overdraagbaar multitasking besturingssysteem dat draait op zowel uniprocessor- als symmetrische multiprocessor-architecturen. Dit wordt ook beweerd van Unix, een bewering die heeft geleid tot een sterke groei van de ‘open systeem’-beweging. Vanuit technisch oogpunt is het belangrijkste verschil tussen NT en Unix dat er maar één master-versie van de NT-broncode bestaat, terwijl er diverse versies van de Unix-broncode zijn.
Unix is ontstaan vanuit een niet-commerciële achtergrond. Op zich is dat niet slecht, maar doordat de universitaire wereld toegang tot de broncode had, ontstonden veel toevoegingen en wijzigingen. Doordat al deze historische varianten ondersteund moesten worden, werd het systeem te complex; er kwamen meerdere functies die hetzelfde doel dienden. NT daarentegen heeft geen voorgangers, hoewel het ontworpen is naar het model van Digitals VMS.
Unix-implementaties zijn geëvolueerd vanuit verschillende bronnen: hoofdzakelijk Unix System V en Berkeley BSD, en daarnaast een hybride versie van de Open Software Foundation, OSF/1 genaamd. Tegenwoordig domineert Unix System V.4. De broncode daarvan bevindt zich in twee onafhankelijke kampen, SCO/HP en Sun Microsystems.
Novell kocht Unix V.4 van AT&T, maar verkocht de volledige rechten aan Sun voor de Solaris-produkten. Nu heeft Novell zijn Intel PC-versie van Unix aan SCO overgedaan en beheert HP de V.4 broncode. De belangrijkste implementaties daarvan, HP/UX (HP) en AIX (IBM), moeten echter als afzonderlijke systemen bij Unix V.4 en Solaris worden opgeteld.
De definitie van een gemeenschappelijke standaard-api, Spec1170 genoemd en door X/Open bewaakt, lost de meeste verschillen tussen Unix-versies op. Zelfs voor Spec1170-compatibele implementaties bestaan echter verschillen in de device drivers, en dus in de ondersteuning van randapparatuur.
Unix is een volwassen besturingssysteem en NT (nog) niet. Unix-systemen draaien overal op, van PC-hardware tot grote multiprocessor-systemen. Het is ook beschikbaar voor parallelle hardware, zoals IBM’s SP2, en voor SMP-architecturen. Microsoft is bezig met clustering-technologie om NT op parallelle hardware te laten draaien, maar zover is het nog niet. Veel SMP-versies van Unix zijn zo ingesteld dat ze tien of meer processoren aankunnen. Op dit punt heeft NT nog een lange weg te gaan. Kortom, Unix is dus veel beter schaalbaar dan NT.
Ook op een ander punt is Unix volwassener: de beschikbaarheid van software-tools. De ondersteuning van dbms-software, inclusief tools voor beheer en prestatieverbetering, is goed. Hoewel veel produkten ook op NT geïmplementeerd zijn, vallen deze pas over enkele jaren als robuust en beproefd aan te merken. Het aantal geïnstalleerde Unix-systemen is enorm vergeleken met NT, vooral als je naar waarde in plaats van volume kijkt. (Microsoft stelt graag één PC-versie van NT gelijk aan één HP/UX-licentie, wat het beeld nogal verstoort.)
Unix lijkt dus een voorsprong te hebben doordat het een gevestigd systeem is. Echter, de zwakheden van NT vloeien uitsluitend voort uit de onrijpheid; er zijn geen intrinsieke fouten. Binnen enkele jaren zal NT de problemen die ook Unix eind jaren tachtig, begin jaren negentig doormaakte achter zich gelaten hebben. Dan komt een breed scala aan beheer- en andere tools, en ervaring met grotere systemen beschikbaar.
Op dat moment gaan andere factoren een rol spelen. Microsoft kan Lan Manager met NT bundelen. De waarde hiervan is echter beperkt, omdat alle Unix-systemen tegenwoordig ONC ondersteunen, de enige heterogene netwerkarchitectuur ter wereld. Daarom worden andere server-produkten van cruciaal belang, met name tools voor database-management en algemeen systeembeheer. Microsoft heeft SQL Server en SMS. Het kan deze produkten bundelen met NT om hardware-leveranciers van Unix weg te lokken. Nu kan Microsoft alleen op prijs concurreren, omdat de produkten nog niet volwassen zijn; eigenlijk zijn ze slechts geschikt voor pilots en simpele applicaties. Verdere ontwikkeling zal deze produkten echter beter en schaalbaarder maken. In dat geval hebben de Unix-leveranciers drie keuzes: overstappen naar NT, wachten op een rdbms-produkt dat concurrerend met een standaard Unix-versie te bundelen is of zelf een rdbms kopen. IBM heeft immers veel succes geboekt met de AS/400, een leverancierspecifiek gebundeld equivalent. NT zal druk uitoefenen op leveranciers van Unix- en dbms-systemen. Dit zal leiden tot intrigerende en waarschijnlijk aantrekkelijke fusies en overnames. Ik verheug me op toekomstige ontwikkelingen.