DEN HAAG – Onder zware druk van de Tweede Kamer heeft minister Jorritsma (Verkeer en Waterstaat) besloten al per 1 juli 1997 concurrentie op gebied van spraaktelefonie toe te laten. Aanvankelijk zou PTT Telecom per 1 januari 1998 haar monopolie op dit terrein verliezen. Een meerderheid in de Tweede Kamer vond het echter niet nodig hiermee te wachten tot de uiterste datum die de Europese Unie voorschrijft.
Dit bleek afgelopen maandag tijdens overleg met de Tweede Kamer. Centraal daarbij stond de nieuwe Wet op de Telecommunicatie Voorzieningen. Behalve het voormalige staatsbedrijf krijgen ook meerdere concurrenten van PTT Telecom het recht kabels aan te leggen. Eerst dacht de minister er aan slechts een concurrent dit graafrecht te geven.
Verder blijken er ten minste drie partijen te zijn die in aanmerking willen komen voor de verdeling van radiofrequenties die de straalzenders moeten gebruiken ter ondersteuning van de vaste telefoonnetwerken. Naast PTT Telecom dingen mee een combinatie van NS en British Telecom, alsmede de energieleveranciers verenigd in Enertel.
De elf energiebedrijven willen hun regionale netwerken en kabelnetten aan elkaar knopen, zodat een groot landelijk netwerk voor (openbare) spraaktelefonie ontstaat. Jorritsma zou graag zien dat NS/British Telecom en Enertel samen de schaarse vrijkomende frequenties verdelen. Dit kan alleen als er voldoende frequenties beschikbaar zijn, hetgeen tamelijk onzeker is. Mochten partijen er niet uit komen dan zal het ministerie een aanbestedingsprocedure moeten opstarten. Corr.