In vervolg op een in 1990 gelanceerde strategie voor systeembeheer, annonceerde IBM onlangs produkten uit zijn Systemview Series. Net als vijf jaar eerder belooft het bedrijf geïntegreerde applicaties, ‘common data’ en een universele gebruikersinterface later te zullen opleveren. Tonnie Van der Horst analyseert de ontwikkelingen en schetst het belang ervan voor de IT-manager.
IBM kondigt de Systemview-strategie in 1990 aan als een raamwerk en een strategie voor systeembeheer. De belangrijkste processen binnen deze strategie zijn: operationeel beheer, configuratie-, probleem-, wijzigings- , prestatie- en bedrijfsbeheer. In dat opzicht is Systemview vergelijkbaar met de Itil-methodiek (IT Infrastructure Library).
Het raamwerk is bedoeld om richting te geven aan nieuw te ontwikkelen produkten op het gebied van systeembeheer en aan nieuwe versies van bestaande produkten. Ook andere leveranciers en klanten zelf worden opgeroepen produkten binnen het raamwerk van Systemview te ontwikkelen. Elk van de produkten kan dan geïntegreerd met de overige functioneren. Met dat doel voor ogen definieert men standaarden voor de ‘user dimension’ (de gebruikersinterface), de ‘application dimension’ en de ‘data dimension’. De gebruikersinterface wordt Common User Access ’89 (CUA ’89, gebaseerd op de 3270 terminal), en OS/2 Presentation Manager de ‘grafical user interface’ (gui).
In de applicatie-dimensie wordt ‘peer-to-peer’ communicatie tussen applicaties op basis van LU6.2 opgenomen. Verder wordt een relationele database geprojecteerd in de data-dimensie, met SQL als universele toegangsmethode, zodat alle gegevens in principe voor elke applicatie benaderbaar zijn. Het datamodel van Systemview levert een eerste aanzet om operationele gegevens logisch te structureren; het betreft een overkoepelend model met daarin alle voor systeembeheer relevante gegevens.
Enkele jaren na de eerste aankondiging zijn ook de Open Software Foundation’s Distributed Computing Environment (DCE) en Distributed Management Environment (DME) in het raamwerk opgenomen.
Terugtrekken van produkten
IBM zegt aanvankelijk dat de resultaten van de Systemview-strategie gaandeweg, via een evolutionair proces, worden geleverd. De resultaten op termijn zullen zijn: geïntegreerde applicaties, ‘common data’ en een universele, eenduidige gebruikersinterface.
De eerste produkten die IBM in het kader van Systemview aankondigt zijn: IBM SAA Asset Manager, IBM SAA Delivery Manager en een Information/Systems Family. De visie is goed en spreekt de IT-professionals aan. De op te leveren produkten kunnen rekenen op een warm welkom in de markt. In de vertaling van strategie naar produktontwikkelingen raakt IBM echter gaandeweg verstrikt.
In 1990 aangekondigde Systemview-produkten, zoals IBM SAA Assett Manager en IBM SAA Delivery Manager, worden teruggetrokken. Meer en meer bestaande produkten – Netview als eerste – worden benoemd tot Systemview-produkt. Kijken we daarbij terug naar de standaarden voor Systemview-produkten in termen van de drie gedefinieerde dimensies gebruiker, applicatie en data, dan blijken de produkten vrijwel zonder uitzondering niet aan de standaarden te voldoen.
Toename diversiteit
Wat begon als een strategie en raamwerk voor produktontwikkeling en -gebruik wordt louter een marketingmiddel. Dit is terug te vinden in de gehanteerde terminologie. Produkten die aanvankelijk nog ‘Systemview compliant’ moeten zijn, plaatst men later onder de ‘Systemview umbrella’. Hieronder vinden we steeds meer oude, bekende produkten terug zonder wijzigingen in gebruiker interfaces, applicatie- of datastructuur.
Het aantal produkten is de afgelopen vijf jaar opgelopen tot enkele honderden. Letterlijk teveel om op te noemen, zoveel ook dat gebruikers (en soms IBM zelf) door de bomen het bos niet meer zien. Een pluspunt tekent zich wel af: op het gebied van de gebruikersinterface wordt de OS/2 PM gui de standaard voor nieuwe produkten, en ook bestaande produkten als Netview en NPM worden van die gui voorzien. Tegelijkertijd zetten de stormachtige technologische ontwikkelingen op het gebied van lan, ‘connectivity’ en internetworking het speelveld voor systeembeheer op zijn kop. Implementaties van produkten op basis van Snmp als beheerprotocol overspoelen deze nieuwe markt en drukken bestaande produkten voor systeembeheer, die werken op basis van SNA Open Network Management Architecture (Onma) en Cmis/Cmip, ondanks hun rijkere functionaliteit en superieure architectuur op de achtergrond. IBM reageert hierop door onder andere de HP Openview technologie in licentie te nemen ten behoeve van Netview/6000 (het huidige Netview voor AIX). Met het gebruik van nieuwe produkten neemt de diversiteit en complexiteit van de te beheren infrastructuur sterk toe.
Object-oriëntatie
Voor systeembeheerders en IT-managers zijn de resultaten van de Systemview-strategie tot nu toe niet zoals voorgesteld in 1990: geen uniforme gebruikersinterfaces, geen integratie tussen applicaties en geen universele toegang tot systeembeheer-data. Het overweldigende aantal produkten leidt veelvuldig tot conflicterende adviezen over welke produkten nuttig of interessant zijn voor een bepaalde gebruiker. De te behalen voordelen als vereenvoudiging van systeembeheer en lagere kosten, met name door het uitsparen van menskracht, worden daardoor niet gerealiseerd.
IBM wordt door de financiële resultaten tot bezinning gedwongen: de portefeuille van produktontwikkelingen en de achterliggende Systemview-strategie worden doorgelicht. Om tot kostenverlaging te komen moeten software-ontwikkeling en ondersteuning gestroomlijnd worden. De eisen zijn: meer structuur in het produktaanbod, minder maar wel universele produkten, portabiliteit, openheid, outsourcing van ontwikkeling waar dit kan zonder de greep op de markt voor systeembeheer te verliezen. Onder de codenaam Karat wordt hiervoor vanaf medio 1994 een aanpak uitgewerkt. Aan de gestelde eisen kan alleen worden voldaan door volwaardig object-georiënteerd (oo) en vanuit een open client/server-achtergrond te gaan ontwikkelen.
Op basis van de Common Object Request Broker Architectuur (Corba) ontwikkelde IBM zijn architectuur voor een Systems Object Model (SOM) en een Distributed Systems Object Model (DSOM). Nieuwe ontwikkelingen vinden bij voorkeur plaats in C++ of andere talen die object-oriëntatie ondersteunen. Ter voorbereiding van de ontwikkeling van systeembeheerapplicaties op oo-basis dienen de IBM operating systemen Som en Dsom te ondersteunen. Dit is inmiddels aangekondigd voor alle besturingssystemen van IBM (met uitzondering van Dos/VSE en VM). De nieuwe Systemview-strategie is geboren. De naam blijft gelijk, maar de onderliggende architectuur en de technische basis van dit nieuwe Systemview is volledig veranderd. Wederom is de visie van IBM goed en de richting juist.
Systemview Series
In september 1995 werden produkten uit de Systemview Series aangekondigd als eerste resultaat van de vernieuwde strategie. Systemview voor MVS, OS/400, AIX en voor OS/2 en Warp. IBM kondigt aan dat dit de eerste produkten zijn van de nieuwe strategie, dat ze niet direct alles zullen leveren, dat kortom een evolutionaire ontwikkeling wordt ingezet.
Alle produkten uit deze reeks zijn zogenaamde ‘launch pads’: een ‘front end’ voor het selecteren en opstarten van sessies met al bestaande applicaties op MVS, OS/400, AIX of OS/2 Warp. De presentatie van de ‘launch pads’ is gelijk voor elk van de achterliggende systemen; een launch pad behoort echter bij een systeem. Alle launch pads zijn OS/2 Warp-applicaties en bieden in principe een object-oriented user interface (ooui). De ooui ziet er gelikt uit, maar is niet meer dan een mooie gebruikersinterface voor het opstarten van systeembeheerfuncties.
De Systemview Series worden geleverd op CD-Rom en bevatten op die ene CD-Rom ook alle achterliggende IBM-produkten die op het desbetreffende systeem (MVS, OS/400, AIX of OS/2) benaderd kunnen worden. Het proces van bundelen en verzenden van software en manuals is hiermee aanzienlijk eenvoudiger voor zowel de gebruiker als voor IBM. Produkten kunnen op een door de gebruiker bepaald moment worden geïnstalleerd vanaf de CD-Rom, waarna een softwarelicentie genomen wordt door middel van het verkrijgen van een key van IBM.
Met de nieuwe produkten is er voor de professionele IT-beheerder niets wezenlijk veranderd: bestaande produkten hebben alleen een nieuw jasje gekregen. Functionele integratie van systeembeheer-applicaties, een universele gebruikersinterface voor alle applicaties en ‘common data’- de beloften van de nieuwe strategie vanaf het begin in 1990 – worden later opgeleverd. Gegeven de nieuwe technische architectuur is een dergelijke integratie alleen voor de nieuwe, met oo-tools ontwikkelde applicaties te realiseren.
Zo tekent systeembeheer zich op twee snelheden af. Allereerst is er een groot aantal ‘legacy’-applicaties zoals Netview voor MVS, Netview Performance Monitor en Information Management. Deze passen niet in de objectgeoriënteerde strategie en worden dus ogenschijnlijk geïntegreerd via inkapseling op de gebruikersinterface. Daarnaast worden nieuwe produkten ontwikkeld die op basis van object-oriëntatie baanbrekende functionaliteit moeten gaan leveren.
Suggesties voor gebruikers
Gebruikers dienen zelf een oordeel te vellen over het belang van deze ontwikkelingen voor en de bruikbaarheid binnen de eigen onderneming. Hieronder volgen enkele handreikingen om dit proces te vergemakkelijken.
De eerste generatie produkten uit de Systemview Series biedt de gebruiker enkel een nieuwe gebruikers-interface (het launch pad), die naast de reeds bestaande interfaces te gebruiken is als een op systeembeheer toegesneden ‘multisessie manager’. Netview voor AIX behoudt zijn X/Windows interface en de meeste host applicaties worden nog steeds via 3270 emulatie en soms via een OS/2 PM gui bediend. Met vier smaken ‘launch pads’ is het voor grote ondernemingen met drie, vier of meer platformen van groot belang een implementatiestrategie voor systeembeheer uit te zetten voordat produkten worden geïnstalleerd. Met de groeiende complexiteit van de infrastructuur vraagt systeembeheer zowel technisch als organisatorisch een consequente, gestructureerde aanpak. Implementatie van produkten is daarin een sluitstuk, geen startpunt.
Grotere ondernemingen hebben veelal drie of alle vier Systemview-platformen in gebruik (OS/2 Warp, AIX, OS/400 en MVS). Een zorgvuldige en samenhangende afweging is noodzakelijk met betrekking tot de keuze van een systeembeheertoepassing op een bepaald platform. Zo zijn pakketten voor het opsporen van problemen beschikbaar op elk van de vier platformen.
Op grond van het perspectief in de markt beperkt IBM zijn investeringen in ‘legacy’- (veelal mainframe) produkten tot het minimaal aanvaardbare niveau.
Implementeer derhalve alleen (nieuwe versies van) dergelijke produkten als die zichzelf binnen één à twee jaar terugverdienen. Hoewel IBM met het werken aan Resource Object Data Manager (Rodm), Graphical Monitoring Facility (GMF) en Rexx-towers investeert in systeembeheerapplicaties op Netview voor MVS, zal het binnen enkele jaren de Netview-basis (met als hoofdcomponenten Npda, Nccf en Nldm) laten vallen. Op technische gronden luidt dat ook het einde in voor de Rexx-towers. Beheersoftware voor nieuwe Internetworkingprodukten komt in de regel als eerste beschikbaar op Netview voor AIX. Op grond daarvan is Netview voor AIX bijkans onontbeerlijk voor vooruitstrevende IT-gebruikers. Implementeer geen produkten op grond van strategische overwegingen of vermeend toekomstig voordeel. De ontwikkelingen in de markt zijn watervlug en laten zich niet vangen in strategie en toekomstvisie alleen.
De nieuwe Systemview-strategie van IBM is een vlucht voorwaarts met een startpunt dat – mede door die veranderde markt – verrassend veel lijkt op de situatie van 1990. Het bedrijf heeft nu een nieuwe kans om de strategie te vertalen in produkten. Laten we hopen dat niet nogmaals alle aandacht uitgaat naar de gebruikersinterface. Na CUA ’89 en OS/2 PM is de Systemview Series de derde generatie daarvan. Het wordt tijd voor de eerste generatie applicaties die zijn ontwikkeld met het oog op interoperabiliteit in de applicatie- en datadimensie.
Ir A.J.J.M. van der Horst is directeur van Thor Consulting bv te Utrecht