Ooit waren academici en onderzoekers de belangrijkste gebruikers van Internet; inmiddels zijn commerciële organisaties verantwoordelijk voor een groot deel van de groei. Zonder de opkomst ‘World Wide Web ‘ zou Internet voor de zakelijke markt echter heel wat minder aantrekkelijk zijn. Met het rapport ‘Implementing the Internet for business’ wil Computer Technology Research alle mogelijke zakelijke gebruikers, van IT-managers tot chief executive officers, laten kennismaken met het Net en de mogelijkheden die dit fenomeen de zakelijke wereld biedt.
Hoewel World Wide Web – ook wel www of het Web – het populairste platform is, zijn andere Internet-applicaties, zoals elektronische post en bestandstransfer, minstens zo belangrijk voor de zakelijke gebruiker. Juist omdat het Net oorspronkelijk het communicatiemiddel was voor vooral wetenschappers en onderzoekers, wijdt Implementing the Internet for business van het Amerikaanse onderzoeksbureau Computer Technology Research (CTR) aparte hoofdstukken aan de Internet-cultuur en beveiligingsaspecten.
In veel opzichten lijkt Internet op een wan (wide area network), waarop applicaties voor alle gebruikers beschikbaar zijn. Tot die applicaties behoren e-mail, FTP (File Transfer Protocol), interfaces naar databases en hypertext, zoals Gopher en www, Wais (Wide Area Intermation Services), online babbel-mogelijkheden (Internet Relay Chat) en discussiegroepen. Van al deze mogelijkheden is www het aantrekkelijkst voor de zakelijke wereld, omdat het hypertext, multimedia-informatie over produkten en een bereikbaarheid van 24 uur per dag biedt. Van alle applicaties kent e-mail de meeste gebruikers. FTP, de mogelijkheid om programma’s en bestanden die ergens staan opgeslagen te kopiëren naar het eigen systeem, heeft de grootste omvang.
Internet groeit volgens het onderzoeksrapport met zo’n 9 tot 12 procent per maand. Het verbindt inmiddels meer dan 100.000 netwerken met elkaar. Ongeveer 5 miljoen host-systemen zijn via Internet met elkaar verbonden. Ruim de helft van alle host-systemen heeft het achtervoegsel .com (van commercieel) achter de domeinnaam staan (zie tabel 1). Het precieze aantal Internet-gebruikers is echter moeilijk te achterhalen. Dit aantal wordt geschat door ervan uit te gaan dat iedere host tien gebruikers telt. Omdat een host zowel een PC of Macintosh als een mainframe kan zijn, blijft het een zeer ruwe schatting. Bijna alle Internet-gebruikers hebben de mogelijkheid om e-mail te gebruiken. Volledige toegang tot het Web, met al z’n mogelijkheden, is voor veel minder mensen weggelegd. Zelfs als er ergens tussen de 30 en 50 miljoen Internet-gebruikers zouden zijn, zou minder dan de helft daarvan beschikken over alle – voor een adequaat gebruik van het Web benodigde – grafische mogelijkheden en over een voldoende snelle verbinding.
Ongeschreven wet
Een apart fenomeen noemt het rapport de ‘Internet-cultuur’. De grootste overtreder van deze ongeschreven wet zou een Amerikaans advocaten-echtpaar zijn geweest, Laurence Canter en Martha Siegel, dat in Usenet-nieuwsgroepen adverteerde. Het gevolg van hun actie was dat ze werden overspoeld met zogeheten flames ofwel elektronische hate mail. De Internet-gemeenschap heeft weinig op met reclameboodschappen. Ondernemingen die hun produkten willen aanprijzen bij de Internet-gebruikers zouden dit volgens de onderzoekers het best kunnen doen via Web-advertenties op eigen www-pagina’s.
Nieuwsgroepen volgen levert veel informatie op over de mensen die daarin deelnemen. Op die manier kan een commerciële instelling kijken of marktsegment en produkt of dienst op elkaar aansluiten. Verkopers kunnen vervolgens het Internet gebruiken om het contact met hun klanten te onderhouden. Met een e-mail-adres kunnen de klanten verkopers bereiken met hun vragen. Voor organisaties die e-mail-systemen gebruiken waarmee ze verkoop, order, verzending en edi (electronic data interchange) kunnen integreren, is een bijkomend voordeel dat ze in staat zijn hiermee hun werkstroom-software (deels) te vervangen.
Om www te kunnen aanspreken, is een Web-client nodig, een browser. De meest toegepaste browsers zijn Mosaic, ontwikkeld door de Universiteit van Illinois, en Netscape Navigator, een commerciële versie, ontwikkeld door leden van het oorspronkelijke team dat Mosaic ontwikkelde. Iedere Web-server is te benaderen door iedere browser. Op tekst gebaseerde browsers kunnen echter geen graphics en onderstreepte tekst laten zien.
Goedkoop marketingplatform
World Wide Web is een relatief jonge Internet-toepassing. In januari 1993 bestonden er slechts vijftig Web-sites. In oktober 1994 waren het er al 7000 en minder dan een jaar daarna zijn er 37.000 Web-sites. Opmerkelijk is daarbij dat het Web zo hard groeide zonder dat iemand er reclame voor maakte. Web-pagina’s vormen een relatief goedkoop marketingplatform. Publiceren via het Net is dan ook erg populair – net zoals dtp (desktop publishing) dat werd met de komst van de laserprinter.
Bezwaren tegen Internet zijn er genoeg te noemen. Eén van de belangrijkste is wel het gebrek aan beveiliging. Tot de problemen op het gebied van beveiliging van de zakelijke gebruikers behoren verschijnselen als illegale toegang tot het Net, softwarepiraterij en virussen (zie tabel 2). Echter, hoewel Internet inderdaad onveilig is, kan men daar ook wel degelijk maatregelen tegen nemen. Voorbeelden die het rapport bespreekt zijn firewalls ofwel brandschermen, fysieke beveiliging, cryptografie, authentificatie en een veilige technologie voor betalingen.
Een ander bezwaar tegen het zakelijk gebruik van Internet zou zijn dat de gebruikers van het Net vijandig staan tegenover de commerciële wereld. Velen zien dit als een fase waar Internet doorheen moet. Het zakelijk gebruik mag daarbij echter niet de regels van de Internet-cultuur overtreden, aldus het rapport. Verder is van belang dat Internet-gebruikers meer geïnteresseerd zijn in informatie dan in bijvoorbeeld mooie plaatjes.
Internet-revolutie
Zonder het Web zou de huidige Internet-revolutie, de groei ervan in de zakelijke markt, niet plaatsvinden. Het Web is volgens de onderzoekers een gemakkelijk te gebruiken interface naar Internet. Misschien wel de grootste verdienste van het Web is dat het de mogelijkheid biedt om andere Internet-applicaties te gebruiken zonder dat kennis nodig is van een commando-taal of van Unix.
Het Web dankt zijn succes aan Mosaic: de grafische browser die tekst, geluid, graphics, animatie en video in één interface heeft ondergebracht. Er zijn inmiddels een aantal andere, commerciële, browsers ontwikkeld. Eén daarvan is Netscape Navigator, speciaal ontworpen voor 14.400 Kbps modems. Netscape beweert zelf dat het tien maal zo snel is als het oorspronkelijke Mosaic. Tot de voordelen van Netscape behoren de beveiligingsmogelijkheden. Andere browsers zijn Wintapestry, Internetworks en Internet in a Box – volgens het rapport één van de gemakkelijkste produkten voor wat betreft het installeren.
Webexplorer, de Web-client van OS/2, is niet gebaseerd op Mosaic, maar maakt volledig gebruik van de mogelijkheden van het eigen besturingssysteem. Het wordt meegeleverd met dit systeem en kan niet los daarvan gebruikt worden. Veel van de eigenschappen van deze OS/2-browser zijn ook opgenomen in Windows 95.
Tot de echte freeware browsers, die men kan ‘downloaden’ vanaf Internet, behoren het op tekst gebaseerde Lynx, de Windows-browser Winweb van European Informatics Network (Einet), en Cello, een niet op Mosaic gebaseerde grafische Windows-browser, ontwikkeld door Cornell University.
Web-documenten worden ontwikkeld in Html (Hypertext Mark-up Language), een subset van Sgml (Standard Generalized Mark-up Language). Het idee achter Html is dat het formatteren gescheiden moet zijn van de tekst, die op zijn beurt weer is gescheiden van de presentatie. Er zijn verschillende soorten hulpmiddelen beschikbaar voor het maken van Html-teksten.
Hoewel www verschillende grafische standaarden ondersteunt, is het meest gebruikte format Gif (Graphics Interchange Format).
Minder mogelijkheden
Behalve het Web biedt Internet nog een groot aantal applicaties. Een daarvan is e-mail, het goedkoopste communicatiemiddel. De kosten van een elektronisch bericht verschillen per serviceprovider. Meestal is het echter zo dat gebruikers betalen voor de aansluiting op een netwerk. Het maakt niet uit of een bericht wordt gestuurd naar Thailand of naar iemand in de eigen woonplaats. Over het algemeen biedt e-mail via Internet minder mogelijkheden dan via een commercieel systeem voor elektronische post, zoals CC:mail van Lotus.
Een andere Internet-toepassing is Telnet. Dit biedt gebruikers de mogelijkheid om in te loggen op een ander systeem in het netwerk, mits ze daarop een account hebben.
FTP is verantwoordelijk voor het grootste deel van het Internet-verkeer. Veel applicaties bieden inmiddels een intuïtieve interface voor FTP. Tot de beste, aldus het rapport, behoort de Network File Manager, de FTP-interface van Internet in a Box.
E-mail, FTP, Gopher (een serie tekstgeoriënteerde menu’s die de gebruiker door het Net leiden) en www zijn op dit moment verantwoordelijk voor de bulk van het netwerkverkeer op Internet. Als de commerciële activiteiten algemener worden, zullen zowel e-mail als het Web een zekere transformatie ondergaan, zo voorspellen de onderzoekers. E-mail zal zodanig aangepast worden dat het edi en werkstroom-applicaties ondersteunt. Daarnaast zal het Web er een aantal groupware-eigenschappen bij krijgen, zoals gemeenschappelijke whiteboards en videovergaderen. Zowel edi als videovergaderen behoren nu al tot de mogelijkheden.
Alternatief verkoopkanaal
Gaat het om zakendoen via Internet, dan is het interessant om te weten welke strategie de ‘anderen’ daarbij volgen. Het rapport bespreekt daarom de lijnen die bedrijven als IBM en Microsoft, online diensten als America Online, Compuserve en Prodigy, en serviceproviders volgen. Het lijkt erop alsof al deze organisaties, in plaats van zich te richten op Internet-tools die weinig bandbreedte vragen, zoals e-mail en Gopher, hun klanten in de richting van www sturen. Terwijl karakter-gebaseerde hulpmiddelen prima zijn voor het vinden van tekst-gebaseerde informatie, heeft de elektronische handel plaatjes nodig en andere mogelijkheden die alleen hanteerbaar zijn via multimedia-browsers voor het Web.
Welke mogelijkheden bestaan er om zaken te doen via Internet? Het rapport schetst daarvan een beeld. Internet biedt ondernemingen bijvoorbeeld de mogelijkheid om 24 uur per dag bereikbaar te zijn. Daarnaast bestaat de mogelijkheid informatie te verkopen via Internet. In sommige gevallen vervangen online beschikbare boeken, tijdschriften en kranten de papieren versie, of vullen ze deze aan. Als een publikatie niet online beschikbaar is, valt deze via het Net te bestellen. Daarbij tekenen de onderzoekers aan dat Internet-gebruikers van oudsher gewend zijn om hun informatie gratis te krijgen. Ze moeten wel eerst overtuigd worden van de waarde van een informatiebron voordat ze ervoor zullen willen betalen.
Internet valt ook te gebruiken als alternatief verkoopkanaal. Er wordt bijvoorbeeld software en hardware verkocht via het Net. Tot de bedrijven die hun hardware op deze manier verkopen, behoren Gateway 2000, Compaq, Dell en Dec.
Personeelswerving
Ook service-gerichte bedrijven, zoals restaurants en bloemenbezorgers, zijn aanwezig op Internet. Ze bieden hun diensten aan naast accountants, advocaten en IT-consultants, aldus het rapport. Naar verwachting zullen binnenkort banken hun rekeninghouders toestaan om al hun transacties via Internet uit te voeren.
Mogelijkheden om geld te verdienen via Internet zijn er volop op het gebied van het onderwijs. Bijna alle universiteiten hebben al toegang tot het Net. Nu zijn de andere onderwijsinstellingen, van kleuter- tot middelbare school, aan de beurt, en daarnaast instellingen als bibliotheken. Hiervoor bestaat behoefte aan consultants, is het ontwikkelen van aangepaste software nodig en moeten docenten en leerlingen opgeleid worden. Ook actief op Internet zijn bedrijven die zich bezighouden met het werven van personeel. Waar anders kun je beter zoeken naar deskundigen op technisch gebied?
Bij de directe voordelen van een aansluiting op Internet gaat het om zaken als shareware, de ondersteuning door leveranciers, communicatie met leveranciers en klanten, en het verminderen van de drukkosten, omdat het regelmatig actualiseren van gedrukte interne publikaties overbodig wordt. Echter, al gebeurt het daadwerkelijk verkopen via Internet nu nog niet zo vaak, volgens de onderzoekers zal dit in de nabije toekomst zeker gaan veranderen.
Behoefte aan afleiding
De (ongeschreven) regels van het spel, de Netiquette, bepalen dat het onfatsoenlijk is om te adverteren in nieuwsgroepen. Bijdragen over specifieke produkten door anderen dan verkopers zijn echter wel welkom. Als verkoop- en marketing-platform is www het geschiktst. Web-pagina’s dringen zich niet op aan Internet-gebruikers, maar staan klaar als iemand informatie wil hebben. Ze zijn bovendien goedkoper dan veel andere marketingmethoden.
Web-gebruikers zijn daarbij, aldus het rapport, vooral geïnteresseerd in actuele bruikbare informatie, zoals statistieken, een ’top tien’ van de week of een mop van de dag. Dan is duidelijk dat de informatie regelmatig geactualiseerd wordt. Bovendien kan de aanbieder tegemoet komen aan de behoefte aan afleiding: veel Internet-gebruikers surfen op het Net voor hun plezier. Het rapport waarschuwt ervoor dat de eerste bezoeker van een nieuwe Web-pagina waarschijnlijk de concurrent zal zijn. De pagina mag dus geen informatie bevatten die de concurrent niet zou mogen hebben. Een andere noodzakelijke voorzorgsmaatregel moet het onmogelijk maken om via de Web-pagina het netwerk van de organisatie binnen te dringen.
Er zijn ondernemingen – bijvoorbeeld Intel en Dell – die voltijd-medewerkers in dienst hebben om nieuwsgroepen te lezen, gebruikers te helpen en de activiteiten van de concurrenten in de gaten te houden. Al met al, concludeert het rapport, blijft marketing via Internet een uitdaging, waarbij er een dunne lijn loopt tussen effectieve communicatie en opdringerigheid.
Mogelijkheden tot misbruik
Terwijl het zakelijk gebruik van Internet toeneemt, groeien ook de mogelijkheden tot misbruik. Wie mag bijvoorbeeld de e-mail van een ander lezen en wanneer is dit een inbreuk op de privacy? Ook schending van het intellectuele eigendomsrecht en het auteursrecht zijn aan de orde van de dag. Wat te doen bij seksuele intimidatie via e-mail? Hoe te handelen bij vervalsing, bij fraude? De beste verdediging tegen dit soort problemen is de aanval. Bedrijven moeten duidelijke richtlijnen hanteren voor het gebruik van Internet door hun medewerkers.
Een belangrijk hoofdstuk in het rapport behandelt de beveiligingsproblemen die Internet kent, met name als het gaat om zakelijk gebruik. Als de wereld geen misdadigers kende, zou Internet het ideale netwerk zijn – maar de realiteit is dat dezelfde eigenschappen die het netwerk zo krachtig maken ook de beveiligingsrisico’s veroorzaken. Het aantal incidenten groeit hard – waarbij de onderzoekers opmerken dat veel ondernemingen ervoor kiezen om deze niet te melden, om het vertrouwen van investeerders en klanten niet te verliezen en niet het risico te lopen dat het nogmaals gebeurt.
Behalve de eigen werknemers vormen bedrijfsspionnen een risico. Daarnaast zijn er de hackers – het rapport gaat uitgebreid in op hun methoden en mogelijkheden. Gelukkig bestaan er oplossingen voor deze problemen; het rapport behandelt ondermeer fysieke beveiliging, host-gebaseerde beveiliging via brandschermen, authentificatie en cryptografie. De beveiliging, zo luidt de conclusie, is inderdaad de zwakste schakel in Internet, maar ook een groeimarkt – aan oplossingen wordt hard gewerkt.
Veilig betalen
Nog een gevoelig punt vormen betalingen via Internet. Er bestaan technologieën om op een veilige manier elektronisch te betalen. Dat kan bijvoorbeeld via een credit card, digitale cash of smart cards, of via edi, met gebruik van e-mail. In alle gevallen moet gezorgd worden voor zaken als de versleuteling van financiële informatie, authentificatie, nonrepudiation (een bewijs dat de transactie plaatsvond), certificatie en bevestiging. Een veilige manier van betalen vormt het hart van de elektronische handel. Een standaard voor het betalingsverkeer via het Web zal er zeker binnenkort komen, alleen al omdat bedrijven zo graag zaken willen doen via Internet.
Voordat elektronische handel aan de orde is, moet een onderneming zelf vertrouwd zijn met het gebruik van Internet. Ze moet voor zichzelf duidelijk maken wie toegang moeten hebben tot het Net en deze medewerkers (laten) opleiden. De kosten en voordelen van Internet-gebruik moeten duidelijk zijn. De keuze van de Internet-accessprovider moet bepaald zijn. Voor het opzetten van een www-server moet de onderneming de bijbehorende produkten kiezen en Web-pagina’s (laten) ontwerpen.
Als een teveel aan informatie nog geen probleem vormde voordat Internet aan de orde was, dan is het dat daarna wel. En aangezien Internet blijft groeien, neemt de hoeveelheid informatie alleen maar toe. Inmiddels is ook software ontwikkeld die een specifieke taak kan uitvoeren voor een gebruiker of een applicatie: de zogenaamde agents. Wat het Internet betreft zijn agents hulpmiddelen bij het zoeken. Ze kunnen daarnaast ook een effectiever gebruik van de software bijbrengen. Het gebruik van agents heeft echter belangrijke sociale gevolgen. In sommige gevallen kunnen agents de plaats innemen van bijvoorbeeld een receptioniste of administratief medewerker.
Internet bestaat al vijfentwintig jaar en zal zich blijven ontwikkelen. Inmiddels zijn de commerciële gebruikers verantwoordelijk voor een groot deel van de groei. Zakendoen via het Net heeft daarbij nog niet zijn definitieve vorm gekregen – hoewel het hard gaat.
Marianne Bauman, freelance medewerker Computable
Tabel 1. Organisatietypen en hun aandeel in het Internet.
Commercieel | 53% |
Onderzoek | 27% |
Overheid | 9% |
Defensie | 6% |
Onderwijs | 5% |
Bron: Internet Society/J.P.Morgan Securities.
Tabel 2. Frequentie waarmee bedrijven zich geconfronteerd zien met virussen.
Een maal per dag of meer | 4% |
Een tot drie maal per maand | 33% |
Niet vaak | 54% |
Verschillende keren per week | 9% |
Bron: BBS Systems/Computerworld.