UTRECHT – Eind vorig jaar vierde Amdahl zijn vijfentwintigjarig bestaan. Maar veel te vieren was er niet, getuige de financiële resultaten: een verlies van 38 miljoen op een met 17 procent gedaalde omzet van 416 miljoen dollar in het vierde kwartaal. Dit markeert de problemen van het concern, dat al sinds november 1992 verwikkeld is in reorganisaties en herstructureringen.
Aan het snijwerk in de organisatie moet dit jaar een einde komen, aldus Europees directeur Alan Bell. De overname van het Canadese adviesbureau DMR brengt het aandeel van diensten, onderhoud en consultancy in één klap op zo’n 40 procent van de totale omzet.
Dit ligt in lijn met de doelstellingen die Amdahl voor zichzelf heeft geformuleerd. Waar vorig jaar nog 80 procent van de dalende omzet afkomstig was van hardware, moet dit percentage in 1998 teruggebracht zijn tot 40. Een andere 40 procent moet dan van diensten en consultancy komen en nog eens 20 procent van produkten en diensten voor het beheer van complexe client/server-omgevingen.
Ambitieus
Ambitieuze doelstellingen, die met de acquisitie van DMR een belangrijke impuls gekregen hebben. Maar Amdahl is er nog lang niet: het bedrijf is na twee mislukte samenwerkingen voor het ontwerpen van de volgende generatie mainframes – de Millenium – en opslagapparatuur – de Spectris – ronduit laat met deze produkten. Dit wordt mede geïllustreerd door het huidige marktaandeel van Amdahl in de opslagmarkt: volgens IDC kwam het bedrijf eind vorig jaar niet boven de 3 procent uit. Verkoopdirecteur ing. P. Ikelaar verwacht binnen een paar weken de eerste raid-opslagsystemen te kunnen leveren, maar heeft er nog geen verkocht.
De raid-machines van Amdahl zijn te vergelijken met die van EMC, IBM en Comparex, maar hebben zich nog niet bewezen. Met name EMC beschikt al jaren over deze technologie en heeft derhalve een flinke voorsprong kunnen opbouwen. Op de vraag welke unieke eigenschappen de Spectris heeft om de concurrentie met marktleider EMC aan te kunnen, kan Alan Bell geen antwoord geven: "Dat zou teveel tijd in beslag nemen…".
De nieuwe mainframes, gebouwd op basis van de goedkopere en ‘koele’ cmos-technologie, kunnen pas in de tweede helft van dit jaar tegemoet gezien worden. De huidige 48 mips uniprocessor van IBM zal volgens eerdere berichten van Amdahl minimaal geëvenaard worden.
Het mainframe is terug
Hoewel de vraag naar mainframe-capaciteit – "mainframe is niet langer een vies woord" – enorm aantrekt, weet Amdahl de omzet niet vast te houden. Het bedrijf kampt met de nog steeds voortgaande prijserosie van zo’n 25 tot 30 procent per jaar. Dit geldt ook voor de directe concurrentie: IBM vangt een steeds groter deel van de mainframe-omzet op met softwarelicenties, van Comparex zijn de jaarcijfers nog niet bekend gemaakt. Verwacht mag worden dat deze leverancier tevens een verschuiving van hardware naar diensten te zien geeft. Overigens onderschrijven alle partijen in deze markt de aantrekkende vraag naar mainframe-capaciteit.
Ondanks de hoge kosten die gepaard gaan met het ontwikkelen van nieuwe mainframe-apparatuur, weet Amdahl geld vrij te maken voor twee nieuwe projecten, waarvan de resultaten dit jaar te verwachten zijn: een robuuste Windows NT-server op basis van Intel-technologie en een opslagsysteem voor ‘open’ omgevingen.
Al met al hoopt Amdahl dit jaar de werkelijke omslag naar betere resultaten en een hogere geloofwaardigheid te maken. De te verwachten nieuwe produkten moeten daaraan bijdragen, maar ook de herindeling van de bedrijfsdoelstellingen. Vorig boekjaar gaf al enige verschuivingen te zien, die het management hoopvol stemmen: wereldwijd groeide het omzetaandeel van nieuwe klanten van 9 naar 21 procent, in Nederland nam dit getal zelfs toe van 10 naar 30 procent. MU