Het IBM-besturingssysteem dat we al langer dan twintig jaar kennen als MVS heeft een nieuwe naam gekregen. Met ingang van heden gaat MVS verder door het leven als OS/390. De nieuwe naam benadrukt dat de dinosaurus is geëvolueerd tot hét systeem voor al onze organisatie-omspannende client/server-architecturen.
En een sprankelende naam is het! OS/390. De naam roept warme associaties op met het zo succesvolle besturingssysteem OS/2, en is tegelijk glashelder van betekenis: OS/390 – besturingssysteem voor de 390. Alleen een creatief genie kon zo’n naam bedenken. Het lijdt geen twijfel dat IBM door dit indrukwekkend staaltje postmoderne marketing jaarlijks duizenden installaties extra zal verkopen. Het uitgangspunt is briljant in zijn eenvoud: wat voor chocoladerepen werkt, werkt ook voor besturingssystemen!
Nu zijn er critici die beweren dat een besturingssysteem geen chocoladereep is. Weer anderen menen dat niemand gediend is bij het verkopen van oude wijn in nieuwe zakken. Deze zeurpieten zouden eens wat positiever tegen het leven moeten aankijken. Is het niet prijzenswaardig als een bedrijf een nieuw produkt op de markt brengt en daarbij de investering in produktontwikkeling tot een minimum weet te beperken? Dit versterkt immers de financiële positie en de continuïteit van het bedrijf, en dat is voor iedereen, klanten en aandeelhouders, toch maar het beste.
Daarbij is nog nooit eerder zo’n soepel migratiepad geboden. Deskundigen verwachten dat een overgang van MVS naar OS/390 vrijwel geheel transparant voor de gebruiker zal kunnen plaatsvinden. De kostenbesparing die hierdoor gerealiseerd wordt, komt geheel ten goede aan de klant! Weldoeners bestaan nog.
Naast de standaarduitvoering zal OS/390 leverbaar zijn met DCE-uitbreidingen: TCP/IP, FTP, NFS en meer van die even briljante als nuttige protocollen. Dat systeem wordt verkocht onder de naam Open Edition, door sommigen gekscherend de cabriosaurus-uitvoering genoemd. Ik geloof dat het idee is, dat we allemaal MVS-systemen als Unix-servers voor PC-clients moeten gaan gebruiken. Een geruststellend vooruitzicht.
In elk geval wordt de cabriosaurus momenteel geëvalueerd, en wel door de X/Open Group. Beoordeeld wordt of het systeem voldoet aan de Unix-standaard, die beroemd is om zijn enorme dynamiek; de standaard is namelijk al vele malen van naam veranderd. Eerst was het Posix, omdat dat positief klonk en rijmde op Unix; toen was het Spec1170, omdat er 1170 functies in het gestandaardiseerde interface zaten; en nu is het XPG4, een indrukwekkende afkorting waarvan niemand de betekenis kent. Maar dat zal in dit geval ongetwijfeld een voordeel zijn.
Wordt de cabriosaurus goedgekeurd, dan krijgt hij een Unix-stempel. Naar verluidt is de betekenis hiervan dat het systeem onder alle omstandigheden gegarandeerd onbeheersbaar en onveilig is. Het Unix-stempel moet klanten over de hele wereld direct aanzetten om diep in de buidel te tasten en IBM weer op te stuwen in de vaart der IT-leveranciers. En IBM verdient dat. Want met zijn marketingstrategie heeft het bedrijf, zonder het te beseffen, de oplossing voor tal van maatschappelijke problemen aangedragen.
Neem de werkloosheid. Vergeet omscholing, bijscholing of Melkert-banen: werkzoekenden hoeven voortaan alleen nog maar hun naam te veranderen. Neem Fokker. Veel problemen hadden voorkomen kunnen worden als deze parel van de Nederlandse industrie tijdig een andere naam gekregen had. Dan waren de vliegtuigen zeker als warme broodjes over de toonbank gegaan, lage dollar of niet. Of neem Nederland. Uit onderzoek blijkt dat onze naam in het buitenland in toenemende mate wordt geassocieerd met drugshandel en losse zeden. Dat is natuurlijk niet goed voor de export. Een simpele naamsverandering zou hier wonderen kunnen doen.
Nee, in de marketing is nog genoeg werk te doen. Zelf kan ik vanaf heden met mes en vork eten en heet ik niet langer Onno L. Gerritse, maar Kevin L. Costner. Geen oude wijn in een nieuwe zak, maar een oude zak met een nieuwe naam. Het zal mij vast voor de wind gaan. De wereld is een chocoladereep. Gerstner zij geloofd en geprezen.