‘Regels kent de virtuele wereld niet, althans nog niet’, stelt een recent verschenen rapport van de Nederlandse Vereniging van Informatietechnologie en Recht, waaraan zeventien juristen hebben meegewerkt.De uitspraak is ongemotiveerd, onjuist en – minstens zo kwalijk – zet de lezer geheel op het verkeerde spoor. Er is namelijk geen enkele reden om aan te nemen waarom een bepaald deel van de samenleving uitgesloten zou zijn van de rechtsgang.
Cyberspace is geen juridisch vacuüm, zo laat de jurisprudentie zien. Overal geldt de regel dat waar controle op en handhaving van rechtsnormen deels ontbreken, het recht van de sterkste of, wellicht de brutaalste, prevaleert.
Zo is in Nederland het wegenverkeersrecht in ieder geval ten aanzien van de maximumsnelheid slecht te handhaven. Ook het produceren en verspreiden van kinderpornografie blijft, ondanks de aangescherpte strafwetgeving, moeilijk te bestrijden. Dat geldt evenzeer in de virtuele wereld.
Twee vragen moeten gesteld worden; vereist de toepassing van Internet herziening van het bestaande recht en biedt het huidige rechtskader voldoende flexibiliteit om ook in cyberspace in redelijkheid normen en waarden te handhaven?
Overigens, waar mogelijk kan men de bestaande wet- en regelgeving niet op de online-wereld van toepassing verklaren. Voor (delen van) cyberspace kan een ander, bijzonder rechtsregiem gelden. Voorwaarde is dan wel dat iedere gebruiker en iedere aanbieder van informatie op het net daarmee instemt. Dat betekent dat er heldere contractuele regels geformuleerd moeten worden, waar alle partijen zich aan dienen te conformeren.
Vrijheid van meningsuiting is een zeer groot goed. Dat staat buiten kijf, maar de keerzijde van de medaille is dat iedereen door het gebruik maken van media als Internet en online-diensten uitgever èn hoofdredacteur is geworden van zijn eigen uitlatingen. Die constatering legt de online-informatie-aanbieder, privé en zakelijk, eerder beperkingen op dan dat het meer vrijheid geeft.
Op dit moment richt men hier en daar de aandacht op digitale burgerrechten. Echter over de juridische verplichting om zich ook in een online-omgeving conform de maatschappelijke zorgvuldigheid te gedragen, zwijgen de cyberactivisten. Deze kortzichtigheid zal zich zeker wreken.