De overheid moet ervoor zorgen dat zelfsturende auto’s in Nederland kunnen communiceren met elkaar en met de weg. Alleen dan kunnen zelfrijdende auto’s in zogeheten treintjes rijden en optimaal bijdragen aan publieke doelen als verkeersveiligheid, energiebesparing en vermindering van files. Dat schrijft het Rathenau Instituut in het onderzoeksrapport 'Tem de robotauto. De zelfrijdende auto voor publieke doelen'.
Het Rathenau Instituut adviseert de minister van Infrastructuur & Milieu om uit te gaan van coöperatieve auto’s bij de uitwerking van de plannen die zij heeft voor het grootschalig testen van zelfrijdende auto’s op de Nederlandse wegen. Ook moet de overheid zorgen dat er duidelijke regels komen over het gebruik van de gegevens die deze auto’s genereren, om de privacy van de bestuurder te beschermen.
Op dit moment worden er twee categorieën zelfrijdende auto’s ontwikkeld, te weten zelfstandige robotauto’s die verbinding hebben met het internet, maar niet met andere auto’s of met technologie die is ingebouwd in de wegen (de Google car) en auto’s die met elkaar en met de weg communiceren. Eerstgenoemde type auto maakt een snelle ontwikkeling door met name in de Verenigde Staten. In Europa werkt men aan de tweede categorie, coöperatieve auto’s. Dit type auto draagt bij aan vermindering van de filedruk en aan energiebesparing. De ontwikkeling van coöperatieve auto’s is complex, omdat overheden en bedrijven in Europa samen standaarden moeten ontwikkelen waarmee de auto’s elkaar kunnen ‘verstaan’. Maar de voordelen van coöperatieve verbonden auto’s zijn zo groot dat de ontwikkeling ervan volgens het Rathenau Instituut prioriteit moet krijgen. Op termijn kunnen de voordelen van beide soorten auto’s gecombineerd worden.
Het Rathenau Instituut noemt het wel van belang dat de overheid de privacy beschermt van de bestuurders en passagiers van zelfrijdende auto’s. Het moet duidelijk zijn wie de eigenaar is van gegevens over gemaakte ritten en wie toegang tot die gegevens krijgt. Dat is onder meer van belang voor verzekeringen, reiskostenvergoedingen en verkeersboetes, maar ook voor opsporingswerk van de politie, het bijhouden van het gedrag van betaalde chauffeurs en voor de werkgevers van mensen met een auto van de zaak. Nu de minister van Infrastructuur & Milieu werkt aan plannen om zelfrijdende auto’s uitvoerig te gaan testen op de Nederlandse wegen, is het tijd om deze zaken te regelen, zodat die van begin af aan meegenomen worden in het ontwerp van zelfrijdende auto’s.