De snel toenemende omvang van overheidscommunicatie via internet vraagt om betere regelgeving en regulering. Zo dient de toegang tot overheidsinformatie als grondrecht te worden vastgelegd. Tevens moet digitale informatie beter worden gearchiveerd, beheerd en beveiligd. Dat stelt de Groningse promovendus Aline Klingenberg in haar proefschrift over bestuursrechtelijke normen voor elektronische overheidsinformatie.
Klingenberg, die op 10 februari 2011 aan de Rijksuniversiteit Groningen promoveert, stelt: 'Nu overheden steeds vaker gebruikmaken van elektronische communicatiemiddelen, is het meer en meer van belang dat burgers ook over deze communicatiemiddelen kunnen beschikken. Daarbij gaat het met name om toegang tot internet. Als die toegang ontbreekt, wordt de communicatie met de overheid ernstig gehinderd.' Volgens Klingenbeg kan dat een belemmering vormen voor het goed functioneren van een democratische samenleving. Ze stelt dat Nederland achterloopt wat betreft de openbaarheid achterloopt op internationale ontwikkelingen.
Klingenberg: 'Het belang van overheidsinformatie moet onderkend worden door het recht op toegang tot deze informatie als grondrecht op te nemen in de Grondwet.' Al onderkent ze dat volledige openbaarheid ook leidt tot een botsing met het recht op privacy. ‘Het moet duidelijk zijn welke informatie de overheid op internet kan plaatsen, in verband met de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Wetgeving moet deze afweging expliciteren', aldus Klingenberg.
Archiefwet
Klingenberg benadrukt dat adequate informatiehuishouding een voorwaarde voor de toegankelijkheid van overheidsinformatie is. 'Het betekent in elk geval dat elektronische overheidsinformatie op de juiste wijze bewaard dient te worden. Op dit punt zou er een belangrijke verbetering behaald worden wanneer de Wet openbaarheid van bestuur en de Archiefwet worden geïntegreerd.'
Om het digitaal verkeer tussen overheid en burgers beter te beveiligen en te waarborgen moet volgens Klingenberg een instituut in het leven worden geroepen dat toegang tot overheidsinformatie bewaakt en voorlichting geeft over de toegang ertoe. 'De Nationale Ombudsman zou deze taak goed kunnen vervullen', stelt Klingenberg.
WikiLeaks
Overheden moeten volgens Klingenberg zelf in staan voor een betrouwbare en vertrouwelijke manier van verzenden. Disclaimers op overheidswebsites en onder mailberichten van overheidsdiensten zijn strijdig met dit uitgangspunt en moeten daarom verdwijnen, vindt Klingenberg. In die disclaimers staat veelal dat de verzender niet aansprakelijk gesteld kan worden voor fouten in de berichtgeving.
De publicatie van de vele vertrouwelijke WikiLeaks-stukken laat volgens Klingenberg maar al te duidelijk zien dat gevoelige informatie zomaar op straat kan komen te liggen en dat bescherming van burgers tegen informatieopslag dus beter moet.