Je bent zo goed als binnen: de brievenronde en gesprekken doorstond je met glans, en er is je een mooie functie in het vooruitzicht gesteld. Dan volgt een laatste hindernis: het assessment. Een hele dag als een spartelende microbe onder de loep bij een stelletje headshrinkers
Nerveus? Houd je dan voor dat zo’n assessment duur is voor de werkgever, en dat hij dus wel veel in je moet zien. Frank van Luijk, adviseur bij bureau LTP: ‘Wij sturen altijd informatie toe over de tests en advies voor boeken die je kunt lezen, tegelijk met de uitnodiging. Ook op de dag zelf wordt veel uitleg gegeven; wat gaat er gebeuren, en waar heb je dat voor nodig? Een beetje spanning is gezond, maar mensen moeten niet van de zenuwen dichtklappen.’
Het eerste standaard-onderdeel van een assessment is de psychologische test. Voor een IT’er zal daarbij de nadruk liggen op zaken als wiskundige aanleg, cijfermatig- en ruimtelijk inzicht. Van Luijk: ‘Puzzeltjes zeg maar. De opdrachtgever zegt ons per kandidaat om welke competenties het gaat, en dat hangt samen met de functie waarvoor iemand getest wordt. Is dat bijvoorbeeld die van programmeur – iemand die echt met z’n neus op de bits en bytes komt te werken – dan duurt dit soort tests een groot deel van de dag. De vaardigheden die je daarvoor nodig hebt, laten zich heel goed schriftelijk testen. Dat zijn analytisch vermogen, nauwkeurigheid, dat soort dingen. De kandidaten hebben in de regel een hbo- of academische opleiding; dom zijn ze dus niet, maar onze opdrachtgevers vragen vaak een bovengemiddeld hbo of academisch werk- en denkniveau. Dit berekenen wij door een vergelijking te maken met onze database, bestaande uit zo’n 50.000 respondenten.’ Er wordt niet alleen op capaciteiten getest, ook je belangstelling en persoonlijkheid komen aan de orde. De tests zijn ontworpen om een beeld van jou te krijgen dat los staat van de omstandigheden van het moment.
Interview
Volgend onderdeel is vaak een interview, waarbij het erom gaat om je motivatie boven tafel te krijgen. Hélène Propsma is senior-adviseur bij bureau GITP. ‘Het lijkt zo’n afgezaagde vraag: wat zijn je sterke en zwakke punten? Toch hebben wij daar heel veel aan. Het gaat er nog niet eens zozeer om wàt er precies geantwoord wordt, maar het is belangrijk om te zien of iemand erover nagedacht heeft. Dat geeft aan of die persoon in staat is tot zelfreflectie. Ook vragen we natuurlijk naar de ambitie van de kandidaat, en bij starters wat er zoal naast de studie is gedaan. De hele houding tijdens het gesprek vertelt ons veel over de kandidaat: of hij kan luisteren, een relatie kan aangaan met zijn gesprekspartner, en of hij zelf ook vragen durft te stellen.’
Het laatste deel van de dag is voor het rollenspel. Vaak neemt dit de hele middag in beslag en er wordt zelfs wel eens een aparte dag voor uitgetrokken. Propsma: ‘De uitslag van een persoonlijkheidstest zegt niet alles, want wat erin zit komt er in de praktijk niet altijd uit. Iemand die volgens de test heel sociaal en meevoelend is, kan bij een rollenspel toch niet in staat blijken tot coachend gedrag. Of andersom: een heel zachtaardig type blijkt als het moet toch heel stevig te kunnen leidinggeven.’
Van Luijk: ‘Als de kandidaat opkomt voor een meer klantgerichte functie, bijvoorbeeld die van consultant, dan is zo’n simulatie een goede aanvulling op de andere tests. De kandidaat krijgt twee à drie velletjes met informatie en een kwartiertje om zich voor te bereiden. Er kan een gesprek worden nagespeeld met een klant, die niet tevreden is over de loop van een project. Hoe ga je daarmee om? Een speciaal getrainde acteur speelt de klant. Hij let er wel op dat de emoties niet te hoog oplopen. Twee beoordelaars kijken toe. Het kan ook anders gaan: een analyse-opdracht. Je krijgt dan een omvattend en ingewikkeld probleem voorgeschoteld, waarop je een uurtje mag studeren. De bedoeling is dat je een advies formuleert, dat vervolgens voor twee assessoren presenteert, en de discussie met hen aangaat.’
Je hierop voorbereiden is moeilijk. Bij bureau Deen zeggen ze: ‘Omdat een goed rollenspel nauw aansluit bij de functie waarvoor wordt getest, is het beste dat je kunt doen: je inleven in die functie. Stel je voor hoe je zou handelen als je die functie had. Bij iedere opdracht hoort een omschrijving die je vertelt hoe voor de functionaris die je speelt de prioriteiten liggen. Laat je niet afleiden door de omstandigheden en houd die rol in de gaten. Als je meer wilt weten over je rol kun je daarnaar vragen, er op een andere manier achter zien te komen, of improviseren. Maar blijf bij je rol. Dat is eigenlijk het belangrijkste advies bij alle onderdelen van het assessment.’ Van Luijk: ‘Het is niet makkelijk, maar probeer ook bij het rollenspel zoveel mogelijk ‘gewoon’ te doen, probeer jezelf te zijn. Als je geforceerd ‘anders’ gaat doen dan je bent, wordt het al snel onnatuurlijk, en dan gaat het slecht.’
Het oog wil ook wat
Decisions, decisions. Wat trek je aan voor de testdag? In elk geval iets waar je gemakkelijk een hele dag in kunt zitten, want daar zal het toch wel op neer komen. Maar houd ook rekening met de functie waarnaar je solliciteert. Een adviseur van bureau Deen zegt: ‘We letten niet heel erg op de kleding, alleen als het ons echt opvalt zullen we hier een opmerking over maken en het meenemen in ons rapport. Maar niet als doorslaggevende factor. Soms kleden mensen zich voor een assessment wat meer casual dan voor een sollicitatiegesprek. Mijn advies: kleed je naar de functie.’ Van Luijk: ‘Zorg wel dat het iets is waar je je gemakkelijk in voelt. Iemand die zich onwennig voor het eerst in een pak met stropdas heeft gehesen, herken je van mijlen ver. Maar de meeste studenten zijn tegenwoordig wel gewend om zich representatief te kleden. In mijn 17-jarige ervaring heb ik één keer iemand in een korte broek met teenslippers zien binnenkomen. Die bleek later te solliciteren naar de functie van hoofd-apenverzorger bij een farmaceutisch bedrijf, dus dat was geen probleem.’ Een aspirant-programmeur kan zich duidelijk wat meer vrijheid veroorloven dan een aankomend manager. Probeer je ook vast op de hoogte te stellen van de bedrijfscultuur, want die kan per IT-firma erg verschillen. Wordt het een donkerblauw CMG-pak of de spijkerbroek van Pink Elephant?