Philips wil af van haar printplaat-fabrieken. De ‘Printed Circuit Board’-groep zal binnen een half jaar worden verkocht. Aan deze groep zijn wereldwijd 1300 mensen verbonden. De omzet bedraagt ruim 300 miljoen gulden.
De printplaat-fabrieken, verspreid over vijf landen, vormen een onderdeel van ‘Plastic and Metalware Factories (PMF)’. Voor het restant van de PMF-divisie gaat Philips op zoek naar partners voor samenwerking. Inclusief PCB haalt PMF met 3900 werknemers een omzet van 800 miljoen gulden.
De vakbond De Unie (vroeger Unie BLHP) spreekt van een forse aderlating, omdat in twee fasen een complete divisie in de etalage wordt gezet. Bestuurder Verhoeven ziet in de aangekondigde maatregelen het begin van een fundamentele herbezinning van Philips’ activiteitenportfolio. Nog maar kort geleden werden de printplaten tot de kernactiviteiten gerekend. Behalve PCB wil Philips-topman Cor Boonstra nog een dozijn bedrijven verkopen. Inmiddels is de zakenbank Credit Suisse First Boston in de arm genomen om voor de PCB-groep kopers te zoeken.
Uitverkoop
Philips zet ook het mes in haar divisie Industriële Elektronica. Negen dochters staan te koop waarvan twee in Nederland. Deze laatste zijn Philips Industrial Automation Systems te Eindhoven en Professionele Bouwstenen Fabrieken te Almelo.
Philips wil met deze herstructurering meer lijn krijgen in de activiteiten op gebied van industriële elektronica. Op zichzelf draait deze divisie niet slecht, maar de concernleiding vindt het te veel een allegaartje van allerlei ondernemingen.
Na verkoop blijven de kernactiviteiten over. Deze omvatten analytische apparatuur, communicatie- en beveiligingssystemen en elektronische productietechnologie. Een deel van het geld dat Philips overhoudt aan de verkoop van de negen dochters, zal in de vorm van extra investeringen weer in de divisie worden gepompt. Corr.