De markt voor ingebedde besturingssystemen krijgt de komende tijd nieuwe spelers en nieuwe benaderingen te verwerken. Ingebedde softwarespecialist Wind River combineert zijn bedrijfseigen platform met open source middels de inlijving van BDSi. Daarnaast verenigen diverse Linux-leveranciers zich om een standaard te realiseren.
De begin deze maand aangekondigde overname van de ingebedde Unix-variant van Berkeley Software Design (BSDi) door Wind River luidt het samengaan in van bedrijfseigen en open broncode. Wind River haalt naast de software ook vijftig BSDi-werknemers in huis, onder wie Jordan Hubbard, één van de ontwikkelleiders van FreeBSD. Van de overige honderd BSDi-personeelsleden blijft de helft in dienst bij die verkoper van BSD-computers, voortaan iX-systems geheten. De resterende vijftig mensen, niet-technisch personeel, staan op straat.
Algemeen directeur John Fogelin van de platformengroep bij Wind River liet direct na de bekendmaking weten dat de openheid van BSDi’s ingebedde Unix-variant BSD/OS niet gegarandeerd is. BSD/OS is afgeleid van het open source besturingssysteem FreeBSD, dat weer gerelateerd is aan OpenBSD en NetBSD.
De overname van BSDi is namelijk ingegeven door zowel de besturingssoftware als door het feit dat de BSD-licenties voor gebruik en ontwikkeling open source niet afdwingen. Dit in tegenstelling tot de GPL (General Public License) die in gebruik is voor Linux; die verplicht tot openheid van broncode.
Niet open
"Open source is duidelijk een belangrijk onderdeel van de ontwikkeling van deze software", erkent directeur Fogelin. "De verplichting van openheid in de licentievoorwaarden voor Linux beperken echter het momentum daarvan voor de ingebedde markt. Die beperking geldt niet voor de BSD-beweging. Een deel van onze code zal dan ook bedrijfseigen zijn en worden ondergebracht in een aparte ontwikkelstructuur (tree). Een ander deel zal onderhouden worden middels FreeBSD."
Wind River wil op termijn de grenzen tussen zijn Vxworks-besturingssysteem en FreeBSD laten vervagen, verklaart mede-oprichter Jerry Fidler. De intentie is de programmeerhulpmiddelen en de hogere applicatiesoftware gelijk te schakelen.
Linux-voorstanders vegen de opmerkingen over licentiebeperkingen terzijde. "Dat is absoluut onzin en we hebben de klanten om dat te bewijzen", reageert president James Ready van concurrent Montavista Software. Het is zeker mogelijk niet open software, zoals drivers, te gebruiken. Ready dicht Wind River dan ook andere motieven toe voor diens BSD-voorkeur. "Ze zijn bang voor Linux, maar moeten wel iets doen met hetgeen waar Linux voor staat: open source."
Wind River is de dominante leverancier in de markt voor ingebedde toepassingen. Het bedrijf heeft – zoals veel grote spelers in de it-industrie – moeite met de opkomst van Linux. Die Unix-variant vertegenwoordigt ook in deze markt een gratis verkrijgbare, naar eigen inzicht aan te passen concurrent.
Vooral de aanpasbaarheid is aantrekkelijk voor producenten van ingebedde apparatuur. Die zijn immers streng gebonden aan hardwarematige grenzen, zoals rekencapaciteit, geheugenomvang, stroomverbruik en fysieke grootte. Optimalisatie van het besturingssysteem is daarom geen wens, maar een eis.
Daarnaast concurreert Wind River met nieuwe en vernieuwde leveranciers, waaronder Red Hat, Montavista, Lineo en oud-tegenstrever Lynuxworks – voor diens ‘bekering’ tot Linux bekend als Lynx Real-Time Systems.
Standaard-wens
Toch is Wind River betrokken bij een initiatief van Linux-leveranciers om te komen tot een algemene standaard voor ingebedde toepassing van dat open source-besturingssysteem. Vorige week zijn die producenten van ingebedde software en hardware bijeengekomen in het Embedded Linux Consortium (ELC). Dat samenwerkingsverband telt momenteel 124 leden en wil op korte termijn een specificatie ontwikkelen voor ingebed Linux.
De oprichting en het bestaansrecht van ELC komen voort uit de angst voor fragmentering van ingebed Linux. Het gevaar bestaat namelijk dat de diverse leveranciers van de ingebedde varianten elk met eigen aanpassingen komen, waardoor de markt verdeeld zal raken.
Dit is sinds jaar en dag het geval met het Unix-platform. Dat was van oorsprong een open besturingssysteem van AT&T. Diverse computerleveranciers zijn ermee aan de haal gegaan, veelal met geoptimaliseerde uitvoeringen voor hun eigen hardware. Van totale incompatibiliteit is geen sprake, maar het overzetten van applicaties naar andere Unix-varianten is niet gemakkelijk.
ELC wil dit voorkomen voor ingebedde varianten van Linux. "Wij krijgen vaak de vraag te horen: ‘Zal ingebed Linux fragmenteren en de weg van Unix gaan?’ Op dit moment vaart elke Linux-leverancier zijn eigen koers", zegt president Inder Singh van Wind River.
Snel
Hij onthulde vorige week samen met zeven andere ELC-raadsleden al een plan voor een universele specificatie, ELC Platform Specification geheten. Die richtlijn moet echter niet te beperkend zijn en bestrijkt daarom alleen de basisdiensten van het besturingssysteem. Het koppelen aan de daarop draaiende applicaties en de eventuele middleware is aan de diverse leveranciers.
De ELC-specificatie is gebaseerd op andere, soortgelijke richtlijnen, waaronder Posix, de Single Unix Specification en de Linux Standard Base. "Door ingrediënten te gebruiken die reeds op de plank liggen, kunnen we het standaardisatieproces versnellen", meent uitvoerend directeur Murry Shohat van het consortium.
Uitgekleed Windows XP
Microsoft maakt gestaag vorderingen met de ingebedde uitvoering van zijn volgende besturingssysteem, Windows XP. De softwareleverancier heeft vorige week een reeks partners aan de haak geslagen voor ontwikkeling en gebruik van zijn Windows XP Embedded. In deze Rapid Development Group bevinden zich Fujitsu-Siemens’ divisie voor opzetkastjes, Siemens’ groep voor fabrieksrobotten en de videocasino-tak van de Amerikaanse speelapparatenproducent Bally.
Analisten twijfelen echter of Microsoft zijn achterstand in de ingebedde markt snel kan inhalen. Onderzoeksbureau Summit Strategies meent dat Microsoft daar tot op heden te weinig aandacht aan heeft besteedt. "Bovendien nemen veel bedrijven Linux op in hun ingebedde producten." Ook onderzoeksbureau Gartner uit deze kritiek en voegt daar aan toe dat ingebed Windows relatief duur is voor deze prijsgevoelige markt en bovendien te omvangrijk voor de hardwarebeperkingen van de apparatuur. Daarnaast speelt mee dat ingebedde apparatuur veelal jarenlang meegaat. Fabrikanten willen daarom garanties voor lange ondersteuning van een besturingssysteem.
Intel lift mee
Processorfabrikant Intel heeft vorige week allianties gesloten met een handvol software- en hardwareleveranciers voor het ontwikkelen van ingebedde computers voor automobielen. De nieuwe Intel-partners op dit gebied zijn Microsoft, Qnx Software Systems (erfgenaam van de Amiga-restanten), Wind River Systems, IBM, Fonix en Lernout & Hauspie. Deze bedrijven ontwikkelen nu gezamenlijk auto-systemen voor functies als geheel zonder handen telefoneren, gesproken route-informatie en amusement. De eerste van deze ingebedde computers moeten in de tweede helft van volgend jaar op de markt komen en gebruiken dan Intels Strongarm-processor en diens opvolger X-scale.